Op 10 oktober 2017 zijn de plannen van het Kabinet Rutte III gepresenteerd. Veel onderdelen van dit Regeerakkoord 2017 waren al uitgelekt via de pers. Wij nemen hieronder kort wat zaken met je door. De exacte inhoud van de voorgenomen maatregelen wordt uiteraard pas duidelijk zodra de benodigde wetgeving is gepubliceerd.
Graag bespreken we met je hoe jouw taxplanning past in de kabinetsplannen. De meeste plannen uit het Regeerakkoord gaan, zoals het er nu naar uitziet, in vanaf 2019. Maar het is uiteraard niet onmogelijk dat er nog zaken in de Belastingplannen voor 2018 worden gefietst. De behandeling van die plannen in het Parlement is niet voor niets uitgesteld.
Vrijwilligersregeling
Al diverse keren zijn pogingen gedaan om de maximale bedragen van de vrijwilligersregeling omhoog te krijgen. In het regeerakkoord is opgenomen dat het maximumbedrag van de onbelaste vrijwilligersvergoeding wordt verhoogd van € 1.500 op jaarbasis naar € 1.700. Deze bedragen gelden sinds kort ook in het kader van de bijstand.
Aanmerkelijk belangtarief
Gisteren nog legden we uit dat de afschaffing van de dividendbelasting, die inderdaad is opgenomen in het regeerakkoord, niet betekent dat aan dga’s uitgekeerde dividenden niet worden belast. Daarop is de aanmerkelijk belangheffing (box 2) van toepassing. In ons artikel rekenen we met het huidige aanmerkelijk belangtarief van 25%. Dit tarief wordt verhoogd naar 27,3% in 2020 en 28,5% in 2021.
Vennootschapsbelasting omlaag
Het tarief van de vennootschapsbelasting wordt verlaagd. Het lage tarief gaat van 20% naar 16%; het hoge tarief van 25% naar 21%.
Maar de eerder aangekondigde verhoging van het tariefopstapje gaat niet door. Het lage tarief wordt berekend over het belastbaar bedrag tot € 200.000 (aangekondigd was dat dit zou worden verhoogd naar € 350.000).
Bovendien wordt het bedrag waarover vennootschapsbelasting is verschuldigd, de heffingsgrondslag, verhoogd. Dat gebeurt door:
- de aftrekbaarheid van de rente op vreemd vermogen te beperken;
- de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik te beperken tot een bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde (deze bodemwaarde is op dit moment: 50% van de WOZ-waarde).
Twee tarieven voor de IB
In box 1 worden de huidige 4 tariefschijven ingekort tot 2:
- een basistarief van 36,93% (deze tariefschijf loopt tot een inkomen in box 1 van € 68.507 en dit bedrag wordt niet geïndexeerd);
- een toptarief van 49,5% (verschuldigd over het meerdere aan inkomen in box 1).
Rond de eigen woning worden de volgende maatregelen genomen:
- het eigen woningforfait wordt verlaagd;
- de zogeheten Hillenaftrek wordt afgebouwd (stapsgewijs in maar liefst 30 jaar);
- de hypotheekrente-aftrek wordt in stappen van 3% per jaar verlaagd tot het basistarief van box 1.
Voor ondernemers wordt de zelfstandigenaftrek verlaagd. Dit geschiedt vanaf 2020 in stappen van 3% per jaar naar het basistarief.
In box 3 moet aansluiting worden gezocht bij het werkelijke rendement. Hoe? Dat wordt nog nader onderzocht. In de tussentijd wordt het heffingvrije vermogen verhoogd van € 25.000 naar € 30.000.
Lonen
In de loonbelasting wordt, zoals verwacht, de 30%-regeling gehandhaafd. De looptijd wordt wel ingekort van 8 naar 5 jaar.
De Wet DBA, waarvan de handhaving nog nooit is gestart, wordt in het Regeerakkoord terzijde geschoven. Er komen 2 categorieën “ZZP-ers”:
- er is sprake van een arbeidsovereenkomst bij een laag tarief gecombineerd met een lange contractsduur;
- er kan worden gekozen voor zelfstandigheid (op out) bij een hoog tarief, gecombineerd met een korte contractsduur (met een opdrachtgeversverklaring die via een webmodule wordt ingevuld).
BTW
Voor de BTW is de maatregel simpel, maar wel met een flinke impact. Het spreekwoordelijke zoet van het regeerakkoord wordt onder andere betaald uit een verhoging van het verlaagde BTW-tarief. Dit tarief gaat van 6% naar 9%.