De tarieven hoef je uiteraard niet op je aangifte in te vullen. Die zijn bij de Belastingdienst bekend. Maar het is natuurlijk wel leuk om te snappen hoe het eindbedrag van je aangifte wordt berekend.
Proportioneel tarief
De belastingtarieven voor het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en voor het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) zijn eenvoudig. Ze zijn proportioneel, wat betekent dat je over elke euro aan inkomen in deze boxen hetzelfde tarief betaalt.
Over je inkomen in box 2 betaal je 25% inkomstenbelasting. Inkomen in box 2 is bijvoorbeeld aan de orde wanneer je BV dividend aan je uitkeert (de BV heeft dan al dividendbelasting ingehouden). Of wanneer je aanmerkelijk belangaandelen verkoopt.
LET OP: het Kabinet Rutte III heeft het plan om het tarief in box 2 te verhogen naar 28%,5 (met ingang van 2021, met een tussenstap in 2020: 27,3%). Wij vermoeden dat voordat deze tariefverhoging van kracht wordt nog wel wat BV’s leeggeschud zullen worden.
Het tarief voor het inkomen in box 3 bedraagt 30%. De belasting wordt berekend over het rendement dat je geacht wordt te hebben gerealiseerd op je tot box 3 behorende vermogensbestanddelen (tweede woning, spaargeld, beleggingen en dergelijke). Dit rendement wordt forfaitair bepaald op de peildatum (1 januari). Het Kabinet Rutte III heeft geen plannen voor wijziging van dit tarief. Wel moet het Kabinet, mede op last van de belastingrechter, de berekening van het forfaitaire rendement in box 3 beter laten aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement. Hoe dat precies vorm wordt gegeven, is op dit moment nog niet duidelijk.
Progressief tarief
In box 1 geldt een progressief tarief. Dat betekent dat je meer belasting betaalt, naarmate je inkomen hoger is. Dit verloopt in stapjes, ook wel tariefschijven genoemd. Voor 2017 bedragen de tarieven in box 1 voor iemand die nog geen recht heeft op een uitkering uit de AOW:
Inkomen boven: | Inkomen tot: | Belasting | Premies | Totaal | |
Schijf 1 | € – | € 19.982 | 8,90% | 27,65% | 36,55% |
Schijf 2 | € 19.982 | € 33.791 | 13,15% | 27,65% | 40,80% |
Schijf 3 | € 33.791 | € 67.072 | 40,80% | 0,00% | 40,80% |
Schijf 4 | € 67.072 | 52,00% | 0,00% | 52,00% |
Voor AOW-gerechtigden geldt in schijf 1 en 2 een lager premietarief. Deze mensen zouden anders premies betalen voor de uitkeringen die ze zelf genieten (bijvoorbeeld de AOW). Het premietarief bedraagt voor een AOW-er: 9,75% (in plaats van 27,65%). Je vindt alle tarieven in het gratis boekje Fiscale Cijfers.
Ben je niet in Nederland verzekerd voor de volksverzekeringen (omdat je bijvoorbeeld niet in Nederland woont)? Dan betaal je uiteraard geen premies, alleen de belasting.
In ons artikel Verdeling tussen fiscale partners hebben we je uitgelegd dat je die verdeling zo moet kiezen dat je de tarieven optimaal benut (ofwel: de aftrekposten tegen het hoogst mogelijke tarief; de inkomsten tegen het laagst mogelijke tarief). LET OP: de verdeling van inkomens- en aftrekposten kan ook gevolgen hebben voor je heffingskortingen.
Cijfervoorbeeldje
Hoe bereken je de verschuldigde belasting en premies dan precies? Een rekenvoorbeeldje, voor iemand, die nog niet AOW-gerechtigd is en die in Nederland premieplichtig is. Het inkomen in box 1 bedraagt € 82.500. De in 2017 verschuldigde inkomstenbelasting: € 34.539.
Tarief | Inkomen | Belasting | |||
Schijf 1 | 36,55% | * | € 19.982 | = | € 7.303 |
Schijf 2 | 40,80% | * | € 13.809 | = | € 5.634 |
Schijf 3 | 40,80% | * | € 33.281 | = | € 13.579 |
Schijf 4 | 52,00% | * | € 15.428 | = | € 8.023 |
€ 82.500 | € 34.539 |
Simpel?
Ja, maar je bent er nog niet echt. Voordat je het bedrag hebt gevonden, dat je op je aanslag moet betalen of mag terugontvangen, moet je nog wat meer sommetjes maken. Wellicht heb je recht op verrekening van buitenlandse (bron)belasting. Van de totale inkomstenbelasting (belasting box 1 + belasting box 2 + belasting box 3) moet je nog de heffingskortingen aftrekken (deze kortingen leggen we in een volgend artikel uit). En je verrekent de op je loon ingehouden loonbelasting, alsmede de op Nederlandse dividenden ingehouden dividendbelasting. Als laatste verreken je het bedrag dat je al op je voorlopige aanslag hebt betaald of ontvangen.