Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft de Eerste Kamer in een transitieplan uitgelegd hoe hij de overgang van de VAR naar de goedgekeurde (model)overeenkomsten wil laten plaatsvinden. Het tijdspad blijft, zoals al aangekondigd. De VAR wordt per 1 april 2016 definitief afgeschaft. Tot 1 april 2016 kan de opdrachtgever aan een correct gebruikte VAR vrijwaring voor de inhouding van loonheffingen ontlenen (de periode van nu tot 1 april 2016 wordt aangeduid als de voorbereidingsfase).
In de periode van 1 april tot en met 31 december 2016 (aangeduid als de implementatiefase) kan aan een VAR geen vrijwaring meer worden ontleend en moet met een goedgekeurde (model)overeenkomst worden gewerkt. De Belastingdienst zal in deze periode toezicht houden (vooral gericht op het geven van voorlichting), maar in beginsel geen repressieve maatregelen nemen. Repressieve maatregelen zijn wel aan de orde in de volgende situaties:
– opdrachtgever en -nemer werkten voor 1 april 2016 met een VAR-wuo of -dga, terwijl in feite sprake was van een (fictieve) dienstbetrekking en door partijen geen enkele activiteit wordt ondernomen om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt;
– de Belastingdienst heeft voor 1 februari 2016 al schriftelijk aan partijen kenbaar gemaakt dat de bij onderzoek aangetroffen arbeidsrelaties te duiden zijn als (fictieve) dienstbetrekkingen;
– er is sprake van grove schuld of opzet die worden bestreken door de bestaande beleidsregels.
Vanaf 1 januari 2017 geldt de nieuwe werkwijze onverkort en hanteert de Belastingdienst een risicogerichte handhavingsfilosofie. Bij de concrete invulling daarvan spelen ook externe signalen een rol. Dat betreft bijvoorbeeld signalen, afkomstig van een bepaalde sector of belangenorganisatie, inhoudend dat in een bepaalde sector veelvuldig sprake zou zijn van schijnzelfstandigheid. Uiteraard zal ook bij reguliere controles door de Belastingdienst speciale aandacht worden besteed aan mogelijke schijnzelfstandigheid.
Ten aanzien van de goedgekeurde (model)overeenkomsten laat het implementatieplan een kentering zien. Niet langer is het de bedoeling om te streven naar ongeveer 40 sectorale en algemene modelovereenkomsten. In plaats daarvan komt er een kleiner aantal algemenere modelovereenkomsten, die in een groot aantal situaties en sectoren toepasbaar zijn. De mogelijkheid om individuele overeenkomsten ter goedkeuring voor te leggen, blijft bestaan. Als deze overeenkomsten voor 1 februari 2016 worden aangereikt, zal voor 1 april 2016 duidelijk zijn of er goedkeuring aan wordt verleend.
Ten aanzien van de reeds gepubliceerde algemene modelovereenkomsten wordt bekeken of een aantal daarin opgenomen bepalingen nog algemener kan worden geformuleerd. In de alle gepubliceerde en te publiceren modelovereenkomsten zullen de bepalingen die fiscaal of voor de werknemersverzekeringen relevant zijn, worden gemarkeerd.
Zie ook onze eerdere artikelen over dit onderwerp: Modelovereenkomsten ZZP-ers, Wordt de VAR wel vervangen? en Geen VAR, geen bgl, maar wat dan wel? Op 24 en 26 november 2016 organiseren wij samen met 2BW Advocaten workshops ZZP-er nieuwe stijl.