Binnen de werkkostenregeling (WKR) mag je als werkgever tot 1,2% van je loonsom belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen doen aan je werknemers. Zodra je deze “vrije ruimte” overschrijdt, ben je over het bedrag van de overschrijding loonbelasting verschuldigd. Die belasting komt voor rekening van de werkgever (eindheffing). Het tarief bedraagt 80%.
Maar je kunt je loonbelastingpositie verder optimaliseren door gebruik te maken van de specifieke vrijstellingen in de loonbelasting. Dan gelden wel extra voorwaarden.
Vrijstellingen
De vrijstellingen die al jaren in de loonbelasting zitten, betreffen aanspraken op pensioen en dergelijke. Deze aanspraken zijn vrijgesteld, maar zodra uit de aanspraken wordt uitgekeerd, worden deze uitkeringen in de meeste gevallen belast.
Ook vrijgesteld is een eenmalige uitkering bij het overlijden van de werknemer (maximaal 3 keer het bruto maandsalaris).
De meest bekende vrijstelling is waarschijnlijk de jubileumuitkering. De werknemer mag een bruto maandsalaris netto ontvangen bij een dienstverband van 25 jaar of meer en nog een keer bij een dienstverband van 40 jaar of meer. LET OP: de 25 en 40 jaar moeten wel tot de laatste dag zijn volgemaakt.
Gerichte vrijstellingen
De loonbelasting kent in het kader van de WKR 10 zogeheten gerichte vrijstellingen. Deze vrijstellingen gelden zowel voor loon in geld als voor loon in natura. De gerichte vrijstellingen zijn:
- kosten van zakelijk vervoer (inclusief woon-werkverkeer): maximaal € 0,19 per kilometer of de werkelijke kosten van het openbaar vervoer;
- tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking en maaltijden: het gaat om kosten tijdens dienstreizen en de maaltijden moeten een meer dan bijkomstig zakelijk karakter hebben;
- cursussen en dergelijke, nodig voor het onderhoud en de verbetering van de kennis en vaardigheden van de werknemer;
- studie en opleiding met het oog op het verwerven van meer inkomen voor de werknemer;
- verhuizen (met voldoende zakelijke redenen): maximaal € 7.750 plus de kosten voor het overbrengen van de inboedel;
- extraterritoriale kosten: meestal via de bekende 30%-regeling, maar het is ook mogelijk de daadwerkelijke extraterritoriale kosten vrijgesteld te vergoeden;
- gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke: indien wordt voldaan aan het noodzakelijkheidscriterium;
- korting op producten uit eigen bedrijf: 20% van de inkoopwaarde en maximaal € 500 per jaar;
- arbovoorzieningen: op de werkplek of buiten de werkplek, maar wel gerelateerd aan het werk (hetgeen moet blijken uit het arbobeleid van de werkgever);
- hulpmiddelen, mits voor 90% of meer zakelijk gebruikt.
Nihilwaarderingen
Loon in natura moet je waarderen. Hoofdregel is dat de waarde in het kader van de loonbelasting gelijk is aan de factuurwaarde. Dat is het bedrag waarvoor je het loon in natura van een derde hebt ingekocht. Als de factuurwaarde ontbreekt, waardeer je het loon in natura op de waarde in het economisch verkeer.
Zes soorten loon in natura mag je echter op nihil waarderen. Loonbestanddelen, die je op nihil waardeert, zou je uiteraard tot de vrijstellingen kunnen rekenen. Doordat het gaat om een waardering, gelden deze “vrijstellingen” alleen voor loon in natura, niet voor loon in geld. De nihilwaarderingen zijn:
- werkplekvoorzieningen: voorzieningen die op de werkplek worden gebruikt;
- consumpties op de werkplek: naast de koffie en thee ook de kleine versnaperingen en de borrel aansluitend aan het werk;
- OV-abonnementen, die de werknemer ook voor het werk gebruikt;
- werkkleding: kleding die (nagenoeg) uitsluitend geschikt is om bij het werk te dragen of die is voorzien van duidelijk zichtbare logo’s van 70 cm2 of meer (kleding die kwalificeert als arbovoorziening valt onder de gerichte vrijstelling; zie hiervoor);
- het rentevoordeel van een lening die de werknemer gebruikt voor de aanschaf van een fiets (al dan niet elektrisch) of elektrische scooter;
- kost en inwoning op de werkplek, mits ter vervulling van de dienstbetrekking.
Naast deze nihilwaarderingen kent de loonbelasting een aantal waarderingsforfaits.
Aanwijzen
Om voor de gerichte vrijstellingen en voor de nihilwaarderingen in aanmerking te komen, moet je het loonbestanddeel aanwijzen voor de WKR. Dat moet je doen voordat de werknemer het loonbestanddeel geniet. Dat je een loonbestanddeel aanwijst voor de WKR, blijkt uit de manier waarop je het administratief verwerkt. Je kunt, om misverstanden te voorkomen, in je arbeidsvoorwaarden opnemen dat je bepaalde loonbestanddelen aanwijst.
Dat je een loonbestanddeel op grond van de CAO moet uitbetalen, wil niet zeggen dat het is aangewezen als eindheffingsbestanddeel in de WKR. Het wil ook niet zeggen dat het onder een vrijstelling of nihilwaardering valt. Veel CAO’s zijn daar door de Belastingdienst op gescreend. Deze CAO-beoordelingen vind je op de website van de Belastingdienst.
Mogelijkheden
De loonbelasting kent, naast de vrije ruimte, vele mogelijkheden om je werknemers fiscaal vriendelijk te belonen. We stipten deze mogelijkheden hiervoor kort aan. Dit artikel biedt niet voldoende ruimte om alle voorwaarden te omschrijven. Wil je meer weten over de vrijstellingen in de loonbelasting, neem dan contact met ons op.