Hoewel de Sint alweer een poosje uit het land is, klopte het hart van menig fiscalist nog steeds vol verwachting. Financiën had immers beloofd het wetsvoorstel “Excessief lenen” (ook wel bekend als de “rekening-courantmaatregel”) in het vierde kwartaal van 2019 te publiceren.
Planningsbrief
Minister Hoekstra van Financiën heeft op 12 december 2019 in een planningsbrief de Tweede Kamer geïnformeerd over welke stukken de Kamer wanneer mag verwachten. Uit deze brief blijkt dat het Wetsvoorstel excessief lenen pas in maart 2020 aan de beurt is.
We moeten het voorlopig dus doen met het concept van het wetsvoorstel, zoals het ter internetconsultatie heeft gelegen. We beschrijven het conceptwetsvoorstel in ons artikel Bestrijding van excessief lenen van de eigen BV.
Fictief aanmerkelijk belangvoordeel
De essentie is dat een houder van een aanmerkelijk belang, die op 31 december 2022 voor meer dan € 500.000 aan schulden heeft aan de BV, voor het meerdere een fictief regulier aanmerkelijk belangvoordeel geniet. Over dit fictieve voordeel moet in 2022 inkomstenbelasting worden betaald.
Niet van belang is wat met de schulden is gefinancierd. Met uitzondering van de fiscale eigen woning. De hiervoor genoemde drempel van € 500.000 mag worden verhoogd met de fiscale eigen woningschuld.
Anticiperen
De ingang van het wetsvoorstel is vooralsnog voorzien per 1 januari 2022. En dan moet (voor het eerst) worden gekeken naar de stand van de leningen per 31 december 2022. Er is dus nog tijd om op de regeling te anticiperen.
Alleen wanneer de oplossing bestaat uit het aflossen van de lening met een daadwerkelijk dividend kan het voordelig zijn om dit reeds in 2019 te doen. Het aanmerkelijk belangtarief is in 2019 immers nog 25%. Dit tarief wordt in 2020 verhoogd naar 26,25% en in 2021 naar 26,9%. De onzekere factor is vanzelfsprekend of het wetsvoorstel de parlementaire eindstreep zal halen.
Houd goed in de gaten dat het uitkeren van het dividend in 2019 in de jaren 2020 tot en met 2022 niet leidt tot een hogere heffing in box 3.
Box 3
Een ander wetsvoorstel waar reikhalzend naar wordt uitgekeken, betreft de aangekondigde wijziging van de heffing van inkomstenbelasting over het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Volgens de planning wordt dit wetsvoorstel pas in juni 2020 ingediend bij de Tweede Kamer.
We beschrijven de voorgenomen wijzigingen in box 3 in onze artikelen Beleggers betalen fors meer in nieuwe box 3 en Spaargeld tot € 440.000 belastingvrij.