Uitstel van betaling van loonheffingen en BTW: hoe loopt dit nu praktisch? (update 28 april 2020)

Gepubliceerd op: 10 april 2020

Dit artikel is een update, naar de informatie die per 10 april 2020 beschikbaar is. De laatste toevoeging betreft informatie omtrent het moment waarop de termijn van het uitstel van betaling aanvangt (zie onderdeel 6).

 

In ons artikel Bijzonder uitstel van betaling – een update beschrijven we de voorwaarden die gelden om bijzonder uitstel van betaling te verkrijgen bij betalingsproblemen als gevolg van de coronacrisis.

Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting wacht je daarvoor de aanslagen af, die de Belastingdienst je oplegt. Maar de loonheffingen en omzetelasting (BTW) moet je eigenlijk al eerder betalen. Toch moet je ook dan de (naheffings)aanslagen afwachten.

Hoe werkt dit nu precies in de praktijk?

1. Je dient gewoon op tijd je aangifte loonheffingen en omzetbelasting (BTW) in bij de Belastingdienst (of je laat je adviseur de aangiften voor je indienen).

Gedurende de coronacrisis gelden er geen verruimde regels over het doen van aangiften loonheffingen en BTW. Alle aangiften moeten volledig en juist worden ingediend binnen de bestaande aangiftetermijnen.

Ten aanzien van de loonheffingen is het extra van belang om op tijd de aangifte in te dienen. Het UWV heeft namelijk de gegevens van de aangifte nodig om de uitkering uit de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) te bepalen. Het tijdig indienen van de aangiften loonheffingen is zelfs een voorwaarde om de NOW-subsidie te kunnen ontvangen.

2. Je betaalt de verschuldigde belasting NIET.

Je bent gewend om de loonheffingen en BTW te betalen in dezelfde maand als waarin de aangifte wordt gedaan. Dat doe je nu niet. Wanneer de belasting immers is betaald, kun je er geen uitstel van betaling meer voor krijgen. De Belastingdienst stort eenmaal betaalde belasting niet aan je terug.

Als je aangifte BTW tot een teruggaaf leidt, wordt daarvoor uiteraard gewoon een teruggaafbeschikking afgegeven. Of die teruggaaf, zoals we gewend zijn, door de Belastingdienst automatisch wordt verrekend met openstaande aanslagen (waarvoor wellicht bijzonder uitstel van betaling is verleend), is op dit moment niet duidelijk.

3. De Belastingdienst legt je een naheffingsaanslag op voor het aangegeven bedrag (verhoogd met een verzuimboete).

Je kunt tegen deze naheffingsaanslag niet rechtsgeldig in bezwaar komen. De aanslag is immers terecht opgelegd.

Je kunt wel bezwaar maken tegen de opgelegde verzuimboete. Het Kabinet heeft immers toegezegd deze boeten te zullen schrappen (maar uiteraard alleen wanneer je keurig op tijd aangifte hebt gedaan en niet kon betalen als gevolg van de coronacrisis). Dit bezwaar kun je verwerken in je schriftelijk verzoek om bijzonder uitstel van betaling (zie hierna).

4. Je stuurt de Belastingdienst het verzoek om bijzonder uitstel van betaling voor het op de naheffingsaanslag verschuldigde bedrag.

Dit kan sinds 2 april 2020 op twee manieren:

  1. met een eenvoudig briefje waarin je vermeldt voor welke (naheffings)aanslagen je bijzonder uitstel van betaling wenst (in dit briefje geef je aan dat je betalingsproblemen worden veroorzaakt door de coronacrisis; een verdere onderbouwing is nog niet nodig);
  2. digitaal via de website van de Belastingdienst (daarvoor log je in met je DigiD; rechtspersonen moeten de DigiD van een werknemer gebruiken).

LET OP (1): in beide gevallen kan het verzoek om uitstel van betaling pas worden gedaan wanneer er een (eerste) (naheffings)aanslag ligt.
Ook in de periode waarin het uitstel van betaling loopt, zal de Belastingdienst naheffingsaanslagen BTW en loonheffingen blijven opleggen voor de bedragen die je verschuldigd bent op de aangiften die je indient. Op die manier wordt de belastingschuld immers geformaliseerd. Voor die nieuwe naheffingsaanslagen hoef je dan niet opnieuw om uitstel te vragen.

LET OP (2): vraag voor iedere entiteit afzonderlijk om uitstel van betaling.

Het tijdelijk versoepelde beleid geldt voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (BTW) en loonbelasting. Met ingang van de week van 6 april 2020 geldt het ook voor de kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen, accijns en verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken. Voor douanerechten kan een verzoek om uitstel van betaling worden ingediend bij de Belastingdienst/douane.

5. De Belastingdienst verleent dit uitstel automatisch.

Sinds 2 april 2020 volstaat het om 1 keer een verzoek om uitstel van betaling in te dienen. De Belastingdienst verleent dan automatisch uitstel van betaling voor alle soorten openstaande belastingschulden en voor alle nieuwe belastingschulden in de periode waarvoor het uitstel loopt.

Vanzelfsprekend dient VWG je verzoek(en) om uitstel van betaling graag voor je in bij de Belastingdienst. Bel of mail daarvoor je reguliere contactpersoon.
Realiseer je wel dat wij naheffingsaanslagen niet rechtstreeks van de Belastingdienst ontvangen. Stuur deze aanslagen daarom direct aan ons door.

Ook de correspondentie over het verzoek om uitstel van betaling ontvangen wij mogelijk niet rechtstreeks van de Belastingdienst. Om adequaat te kunnen handelen, is het zaak dat je alle stukken, die je van de Belastingdienst ontvangt, direct aan ons doorstuurt.

6. Als je voorziet dat je na uitsteltermijn nog niet kunt betalen, verzoek je de Belastingdienst schriftelijk om verlenging van deze termijn.

Je kunt om uitstel van betaling verzoeken voor een termijn van 3 maanden. Wanneer je na die 3 maanden de belasting nog steeds niet kunt betalen, kun je een verzoek doen voor een aanvullende termijn.
Maar je kunt ook (direct) verzoeken om uitstel van betaling voor een termijn van meer dan 3 maanden. In dat geval vraagt de Belastingdienst tegen het einde van deze 3 maanden om nadere informatie.

De cruciale vraag: Wanneer start de termijn van 3 maanden?, heeft de Belastingdienst eerst op 10 april 2020 duidelijk beantwoord.
De 3 maanden gaan lopen op de datum van de dagtekening van het verzoek om uitstel van betaling.
Voorbeeld: je hebt je loonheffingen op de aangifte februari 2020 niet betaalt. Op 21 april 2020 ontvang je hiervoor de naheffingsaanslag, die uiterlijk op 5 mei 2020 moet zijn betaald. Je dient met dagtekening 1 mei 2020 het verzoek om uitstel van betaling in. Dan wordt het uitstel verleend tot 1 augustus 2020.

Deze uitsteltermijn geldt voor alle volgende aanslagen.
Voorbeeld: je betaalt ook de loonheffingen op de aangifte maart 2020 niet. Daarvoor ontvang je de naheffingsaanslag op 21 mei 2020. Je hoeft dan niet opnieuw een verzoek om bijzonder uitstel van betaling te doen; dat is reeds verleend naar aanleiding van je op 1 mei 2020 ingediende verzoek. Het uitstel van betaling voor de naheffingsaanslag loonheffingen over maart 2020 loopt dan, net als voor februari 2020, tot 1 augustus 2020.

Bij uitstel voor de periode na de eerste periode van 3 maanden toetst de Belastingdienst of is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. de bestaande betalingsproblemen maken langer uitstel noodzakelijk;
  2. deze betalingsproblemen zijn hoofdzakelijk door de coronacrisis ontstaan;
  3. er is voor de belastingschuld waarvoor het uitstel wordt gevraagd voldaan aan de aangifteplicht;
  4. het verzoek heeft betrekking op één of meer van de hiervoor genoemde belastingen;
  5. als de totale belastingschuld waarvoor het aanvullend uitstel wordt gevraagd meer bedraagt dan € 20.000, is een verklaring van een derde-deskundige vereist (zie ons artikel Bijzonder uitstel van betaling een update ).

Zorg er, als je voorziet dat je langer uitstel van betaling nodig hebt, in de eerste 3 maanden voor dat je de benodigde informatie verzamelt. Uiteraard helpt VWG je daarbij graag.

Andere artikelen