Het UBO-register: ook voor fondsen voor gemene rekening

Gepubliceerd op: 10 mei 2021

Eerder schreven wij nog dat het aantal aanvragen voor fiscale nummer voor fondsen voor gemene rekening explosief toenam, met als voor de hand liggende reden dat het UBO-register werd ingevoerd. Omdat een fonds voor gemene rekening geen rechtspersoon is zou een fonds voor gemene rekening zich niet via het UBO-register bekend hoeven te maken. (voor meer informatie over het fonds voor gemene rekening zie: Fonds voor gemene rekening: iets voor u?). Dit ligt binnenkort toch anders.

Fonds voor gemene rekening

Een fonds voor gemene rekening is niet meer dan een afspraak tussen twee of meer personen. Het fonds is er op gericht om vermogen bijeen te brengen om dit gezamenlijk te beleggen. Het fonds voor gemene rekening is civielrechtelijk niet geregeld, waardoor de afspraken onderhands mogen worden vastgelegd.

Om het fonds belastingplichtig te laten zijn voor de vennootschapsbelasting moet het open zijn. Dat betekent dat de participaties kunnen worden verhandeld zonder dat alle participanten daar hun toestemming voor moeten geven. De Belastingdienst stelt de voorwaarde dat één participant niet 90% of meer van het fonds in handen mag hebben.

Eén van de grote voordelen van een fonds voor gemene rekening is de anonimiteit. Deze fondsen hoeven namelijk niet in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel te worden ingeschreven. Zij hoeven daarom dus ook geen jaarcijfers te publiceren.

Het UBO-register

Nederland is op grond van de Europese vierde antiwitwasrichtlijn verplicht om een UBO-register in te voeren. Het UBO-register is sinds 27 september 2020 operationeel. In het UBO register wordt van elke rechtspersoon vastgelegd wie de Ultimate Beneficial Owner is. Of in gewoon Nederlands: wie de uiteindelijk gerechtigde is. In Nederland is het UBO-register onderdeel van het Handelsregister. Alle rechtspersonen hebben tot 27 maart 2022 de tijd om hun UBO’s te registeren (voor meer informatie over het UBO-register zie: UBO-register inschrijven voor 27 maart 2022

Het trustregister

Europese wetgeving ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering verplicht Nederland om naast het UBO-register zoals wij deze al kennen ook een trustregister op te stellen. Dat had uiterlijk 10 maart 2020 moeten zijn gebeurd, Nederland is hiermee dus te laat. Op 26 april 2021 is het wetsvoorstel ingediend voor dit trust-register waarin trusts en soortgelijke juridische constructies samen met hun UBO’s worden geregistreerd.

Het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel regelt dat trusts en fondsen voor gemene rekening (open en besloten) de uiteindelijk belanghebbenden in het register op te nemen. Net zoals het UBO-register wordt het trustregister openbaar. Iedereen heeft toegang tot dit register en kan naast naam, type en doel van het fonds ook de naam, geboortemaand, jaar, nationaliteit en woonland van de uiteindelijke belanghebbende zien. Ook de procentuele omvang van het belang wordt zichtbaar. De omvang het vermogen wordt niet in het register geregistreerd.

De UBO van een trust/fonds voor gemene rekening

De volgende personen worden in ieder geval aangemerkt als UBO‘s van een trust:

  • de oprichter(s) van de trust;
  • de trustee(s);
  • de eventuele protector(s)
  • de begunstigden van de trust, of voor zover de afzonderlijke personen die de begunstigden zijn van de trust niet kunnen worden bepaald, de groep van personen in wier belang de trust hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is; en
  • elke andere natuurlijke persoon die door directe of indirecte eigendom of via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de trust uitoefent.

Wetsvoorstel aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen

Naast het UBO-register wil het Nederlandse kabinet nog middels een ander wetsvoorstel belastingontwijking tegengaan. Dit wil het kabinet doen door de invoering van het wetsvoorstel aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen per 1 januari 2022. Dit wetsvoorstel heeft onder andere tot gevolg dat een open commanditaire vennootschap fiscaal transparant wordt. (voor meer informatie hierover zie: Fonds voor gemene rekening: iets voor u? en Open CV wordt transparant).

Met het voorstel wordt in internationaal verband een veelvoorkomend kwalificatieverschil opgeheven. Desondanks hebben de voorgestelde wijzigingen ook op nationale situaties een grote impact. Volgens de NOB schiet het opgenomen overgangsrecht op belangrijke onderdelen tekort. De NOB heeft daarom verzocht het overgangsrecht uit te breiden zodat kan worden voorkomen dat belastingplichtigen bij invoering van dit voorstel tegen aanzienlijke fiscale verplichtingen zullen aanlopen die zij niet konden voorzien. Met betrekking tot de voorgestelde datum van ingang per 1 januari 2022 is de NOB van mening dat deze belastingplichtigen onvoldoende tijd biedt te anticiperen op het nieuwe recht.

Andere artikelen