Kinderen kosten geld, zelfs als zij geld hebben. Voor de aangifte inkomstenbelasting dient het spaargeld van de minderjarige kinderen meegenomen te worden in box 3 van de ouders.
Minderjarige kinderen
Bezittingen, zoals spaargeld, beleggingen en een tweede woning, kwalificeren allemaal als box 3 vermogen. In de aangifte inkomstenbelasting dient dit vermogen opgegeven te worden. Ouders van minderjarige kinderen dienen ook de spaarrekeningen van de kinderen mee te nemen in hun aangifte inkomstenbelasting. Als het kind naast spaargeld ook nog over ander vermogen beschikt, zoals beleggingen, dienen ook deze in de aangifte inkomstenbelasting van de ouder te worden op genomen.
De uitspraak
Recent is nog tot aan de Hoge Raad hierover geprocedeerd. In deze zaak had de belastingplichtige aangevoerd dat het niet terecht was dat het vermogen van zijn kinderen meegenomen moest worden voor de berekening van de door hem verschuldigde box 3 belasting. Het Hof concludeerde dat door de toerekening van het vermogen van minderjarige kinderen aan de ouder die het gezag over de kinderen uitoefende, geen sprake was van een ongeoorloofde discriminatie. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van belastingplichtige zonder nadere motivering ongegrond.
De uitspraak van het hof betreft het hoger beroep inzake een uitspraak van Rechtbank Zeeland West Brabant. Hier besliste de rechtbank dat de keuze van de wetgever om de passieve inkomsten van minderjarige kinderen te belasten bij de ouders, niet van iedere redelijkheid is ontbloot. Lees hier meer over de uitspraak en over actieve en passieve inkomsten in ons artikel Spaargeld en beleggingen minderjarige kinderen
De box 3 heffing
Er is geen inkomstenbelasting verschuldigd over de werkelijk inkomsten uit vermogen, zoals de rente op spaargeld, het dividend op de aandelen of de huuropbrengsten. In box 3 wordt niet het werkelijk inkomen belast, maar een forfaitair berekend inkomen. De belasting die over het inkomen is verschuldigd wordt pregressief belast. Wil jij meer weten over box 3 inkomen en de belastingheffing klik dan hier: Ook progressie in box 3
In de uitspraak van 8 januari 2021 werd door belastingplichtige ook aangevoerd dat de vermogensrendementsheffing van box 3 in strijd was met het Europese Recht. Volgens het Hof was er geen sprake van een individuele en buitensporige last. Over deze buitensporige last hebben wij al vaker geschreven, zie hier: Hoge Raad schiet forfaitair rendement box 3 af . Zo heeft de Hoge Raad geoordeeld dat belastingplichten in 2013 en 2014 geconfronteerd zijn met een buitensporige last. De Hoge Raad grijpt niet in maar laat het over aan de wetgever om op dit punt de wet aan te passen.
Heffingvrij vermogen 2020 en 2021
Binnenkort dient de aangifte inkomstenbelasting 2020 opgesteld te worden. Het heffingvrij vermogen in het geval dat er geen fiscale partner is bedraagt € 30.846 en met fiscaal partner € 61.692. Voor 2021 zijn deze bedragen € 50.000 en € 100.000.