Bij de huidige spaarrente is de forfaitaire heffing in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) zeer fors. Als u er tenminste niet voor heeft gekozen om uw spaarrekeningen onder te brengen in een spaargeld-B.V. of -OFG.
Het spaargeld en de beleggingen van uw minderjarige kinderen worden niet bij de kinderen, maar in uw box 3 belast. Dit geldt uiteraard niet alleen voor uw eigen kinderen, maar ook voor uw stief- en pleegkinderen. U krijgt geen (extra) vrijstelling of korting.
Actieve en passieve inkomsten
De wet maakt onderscheid in actieve en passieve inkomsten. De actieve inkomsten worden belast bij het minderjarige kind. De passieve inkomsten worden toegerekend aan de ouder(s) die het ouderlijk gezag voert(voeren) over het minderjarige kind.
De op de dividenden van het kind ingehouden dividendbelasting mag worden verrekend met de door de ouder verschuldigde inkomstenbelasting. Een kind is minderjarig zo lang het jonger is dan 18 jaar.
Actieve inkomsten zijn winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden en loon uit dienstbetrekking (box 1). Het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) vormt het passieve inkomen van minderjarige kinderen.
Niet van iedere redelijkheid ontbloot
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant besliste onlangs dat de keuze van de wetgever om de passieve inkomsten van minderjarige kinderen te belasten bij de ouders, niet van iedere redelijkheid is ontbloot. De reden voor deze toerekening is er in gelegen dat de wetgever wil voorkomen dat ouders een belastingvoordeel realiseren. Dat zouden ze kunnen doen door (al dan niet tijdelijk) vermogen uit hun box 3 over te hevelen naar hun minderjarige kinderen.
De Rechtbank acht het ook niet onredelijk dat de wetgever de ouders geen (extra) vrijstelling of korting toekent. Als het spaargeld en de beleggingen bij het minderjarige kind werden belast, zou het kind recht hebben op heffingsvrij vermogen. Dan zou de eerste € 25.000 aan vermogen zijn vrijgesteld. Daarnaast zou op de belasting de algemene heffingskorting van het kind in mindering kunnen worden gebracht (voor zover deze korting niet met de belasting over de actieve inkomsten van het kind wordt verrekend). Die korting bedraagt in 2017 (maximaal) € 2.254. Een kind zonder actieve inkomsten zou in box 3 ruim de € 200.000 aan vermogen kunnen hebben zonder inkomstenbelasting te betalen.