Tegenbewijsregeling box 3

Gepubliceerd op: 19 maart 2025

De Staatssecretaris van Financiën heeft afgelopen week het wetsvoorstel ingediend bij het Parlement waarin de wettelijke grond voor de tegenbewijsregeling box 3 wordt geregeld. Die tegenbewijsregeling gaat lopen via het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR), dat naar verwachting halverwege 2025 beschikbaar wordt.

Niet wachten

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant besliste vorige week dat de Belastingdienst met de afwikkeling van verzoeken en bezwaren tegen de box 3 heffing niet mag wachten totdat het formulier OWR beschikbaar is. De Rechtbank beslist dit in een zaak waarin de belastingplichtige de Belastingdienst in gebreke heeft gesteld voor het niet (tijdig) afwikkelen van een verzoek om (ambtshalve) vermindering van een aanslag inkomstenbelasting 2019 en een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2023. De Belastingdienst stelt dat voor de afwikkeling van de ingediende verzoeken moet worden gewacht op het formulier OWR. Belastingplichtige vraagt vervolgens om vaststelling van dwangsommen. De Belastingdienst komt aan dat verzoek niet tegemoet. De Rechtbank wel: die kent belastingplichtige dwangsommen toe van € 1.442 (het maximale bedrag) per niet tijdig afgewikkeld verzoek. Daarnaast bepaalt de Rechtbank dat de Belastingdienst de verzoeken alsnog binnen 2 weken moet afwikkelen en dat de Belastingdienst bij gebreke daarin aanvullend een dwangsom van € 100 per dag (met een maximum van € 15.000) is verschuldigd.

Tegenbewijs

De tegenbewijsregeling in het wetsvoorstel Tegenbewijsregeling box 3 heeft als uitgangspunt dat Belastingplichtige aannemelijk moet maken dat het werkelijke rendement van het totaal van de bezittingen en schulden in box 3 lager is dan het forfaitair berekende voordeel uit sparen en beleggen. Hierbij geldt de normale fiscale bewijslast, wat inhoudt dat het lagere werkelijk rendement aannemelijk moet worden gemaakt. Voor zover het aannemelijk gemaakte werkelijk rendement lager is dan het forfaitaire rendement, wordt de verschuldigde belasting verminderd.

Het werkelijke rendement wordt nooit lager gesteld dan nihil (geen verliesverrekening). Voor de toedeling van het werkelijk rendement aan fiscaal partners wordt de toedeling bepaald op basis van het aandeel van de partner in de grondslag van box 3 (de verdeling mag door de partners worden aangepast zolang de aanslag van één van hen niet onherroepelijk is; zij moeten daar dan wel zelf tijdig een beroep op doen).

Vervolgens wordt bepaald wat allemaal tot het werkelijk rendement wordt gerekend. Dat zijn zowel de reguliere voordelen uit als de vermogensaanwas van de bezittingen en schulden. Bij het bepalen van de reguliere voordelen wordt geen rekening gehouden met kosten. Boeterente valt niet onder de (negatieve) reguliere voordelen (boeterente wordt gezien als kosten, niet als rente van een schuld). Indien onder niet-zakelijk omstandigheden een overeenkomst is gesloten, worden de reguliere voordelen bepaald alsof wel zakelijke voorwaarden zijn overeengekomen (at arms length).

Het voordeel uit het voor eigen gebruik ter beschikking staan van een onroerende zaak wordt gesteld op de economische huurwaarde. Maar voor de jaren 2017 tot en met 2025 wordt dit voordeel op nihil gesteld.

Terugwerken

De wet Tegenbewijsregeling box 3 gaat (grotendeels) terugwerken tot en met 1 januari 2017. Maar er wordt geen tegemoetkoming geregeld voor belastingplichtigen die niet of niet-tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen opgelegde aanslagen.

De definitieve aanslagen voor de jaren van en met 2021 zijn, als inkomen in box 3 is aangegeven, grotendeels nog niet opgelegd. Voor de aanslagen waarvoor de aanslagtermijn verloopt, zal de Belastingdienst aanslagen opleggen, mogelijk zonder rekening gehouden met het tegenbewijs. Er wordt bewust voor gekozen om de wettelijke aanslagtermijn niet te verlengen. De aanslagtermijn gaat in na afloop van het belastingjaar en bedraagt 3 jaren + het voor het indienen van de aangifte verleende uitstel.

Met ingang van 2025 wordt de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren onderdeel van de jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting.

Andere artikelen