Hof Den Haag heeft beslist dat alleen het verzoek aan de makelaar om de woning belast met BTW te verhuren, onvoldoende is om aan te nemen sprake is van het voornemen om de woning met BTW belast te gebruiken.
Short stay
Hoofdregel is dat de verhuur van woningen is vrijgesteld van BTW. Eén van de uitzonderingen is de verhuur binnen het kader van het vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden. Deze uitzondering is inmiddels ook wel bekend onder de term short stay verhuur.
De zaak betreft een belastingplichtige die een nieuw gebouwd appartement heeft gekocht. In 2009 wordt dit appartement in gebruik genomen voor met BTW belaste activiteiten, op grond waarvan de op de aankoop drukkende BTW wordt afgetrokken. Van 2010 tot en met 2014 wordt vrijgesteld van BTW verhuurd, met als gevolg dat jaarlijks 1/10e van de afgetrokken BTW moet worden terugbetaald (herzieningsregeling). In 2015 staat de woning leeg en wordt niet 1/10e van de BTW terugbetaald omdat de woning is bedoeld voor met BTW belast gebruik.
Dat onderbouwt belastingplichtige echter onvoldoende. Hij verwijst alleen naar een telefonisch verzoek aan de makelaar om short stay te verhuren. Een onderbouwing met een overeenkomst met de makelaar, verhuuradvertenties en dergelijke, is er niet. Ook blijkt het appartement leeg te zijn aangeboden.
6 maanden
De voor de hand liggende vraag luidt: bij welke termijn is nog sprake van short stay. Geruime tijd lag de grens daarvoor bij verhuur gedurende maximaal 6 maanden. Dit was ook opgenomen in het BTW-besluit over levering en verhuur van onroerende zaken. In de onlangs gepubliceerde nieuwe versie van dit besluit is deze goedkeuring echter niet meer letterlijk terug te vinden, maar nog wel in de verwijzing naar de Toelichting Tabel I, post b.10).
Dat komt (mede) doordat in de recente rechtspraak niet langer de focus lijkt te liggen op de duur van de verhuur, maar veeleer op het criterium dat in het kader van het vakantiebestedingsbedrijf moet worden geëxploiteerd. Het moet dan gaan om verhuur van:
- gemeubileerde accommodatie;
- aan personen die deze accommodatie tijdelijk bewonen (deze personen beschikken over een ander vast woonadres en hun inschrijving in de basisadministratie doen zij niet in de accommodatie).