Met ingang van 1 januari 2017 hebben werkgevers recht op het lage-inkomensvoordeel (LIV). De andere loonkostenvoordelen worden volgend jaar van kracht.
Lage-inkomensvoordeel
Het lage-inkomensvoordeel is bedoeld om werkgevers te stimuleren om meer werknemers uit de onderkant van de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Hoe groot het voordeel precies is, hangt af van het aantal verloonde uren en het gemiddelde uurloon van de betreffende werknemer.
De werkgever komt voor het LIV in aanmerking als de werknemer:
- een gemiddeld uurloon heeft van maximaal 125% van het minimumloon;
- tenminste 1.248 verloonde uren per jaar heeft;
- nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt.
Bedragen
Om welke bedragen het concreet gaat, vindt u in de onderstaande tabel (de aangegeven bedragen van de gemiddelde urenlonen zijn voorlopig).
Gemiddeld uurloon over 2017 |
LIV per werknemer per verloond uur |
Maximale LIV per werknemer per jaar |
€ 9,54 tot maximaal € 10,49 |
€ 1,01 | € 2.000 |
€ 10,50 tot maximaal € 11,92 |
€ 0,51 | € 1.000 |
De in de tabel weergegeven maximale LIV per werknemer per jaar is gebaseerd op een 40-urige werkweek.
Automatisch, maar LET OP!
De werkgever ontvangt het lage-inkomensvoordeel automatisch. Dat wil zeggen: daar hoeft geen verzoek voor te worden ingediend. Het UWV beoordeelt aan de hand van de bij de Belastingdienst ingediende loonaangiften voor welke werknemers een werkgever recht heeft op het lage-inkomensvoordeel.
Van belang is dat het aantal verloonde uren correct in de loonadministratie wordt ingevuld. Wat precies onder verloonde uren wordt verstaan (en wat niet), leggen wij uit in ons artikel Verloonde uren verduidelijkt.
De werkgever doet er uiteraard verstandig aan om goed te monitoren dat de werknemer het minimaal vereiste aantal van 1.248 verloonde uren haalt. Die uren moeten in het kalenderjaar bij dezelfde werkgever zijn verloond. Het maximum wordt niet herrekend voor werknemers die in de loop van het jaar in of uit dienst treden.
Uitbetaling in 2018
Uitbetaling van het voordeel geschiedt pas in 2018. Pas nadat alle loonaangiften voor 2017 zijn ingediend, kan het totaal aantal verloonde uren en het gemiddelde uurloon worden vastgesteld. UWV verstrekt de werkgever vóór 1 mei 2018 een voorlopige berekening van het lage-inkomensvoordeel. Daar kunnen tot 1 mei 2018 correctievoorstellen op worden ingediend. Vóór 1 augustus 2018 wordt het definitieve lage-inkomensvoordeel vastgesteld. Dit bedrag wordt vervolgens binnen 6 weken door de Belastingdienst uitbetaald.