Gezonde lunch toch gericht vrijgesteld van loonbelasting

Gepubliceerd op: 29 mei 2024

De Hoge Raad heeft de uitspraak van Hof Den Haag gecasseerd en beslist dat de door een werkgever verstrekte gezonde lunches wel gericht zijn vrijgesteld van loonbelasting.

Eerder beschreven we de uitspraken van de Rechtbank en het Hof Den Haag in onze artikelen Gezonde lunch belast met loonbelasting en Gezonde lunch.

ARBO-voorziening

De zaak betreft een werkgever die zijn werknemers in de jaren 2017 en 2018 gratis een gezonde lunchmaaltijd aanbiedt in het bedrijfsrestaurant. De lunches zijn afgestemd met een diëtiste. Ze voldoen aan de richtlijnen van de Gezondheidsraad en de schijf van vijf van het Voedingscentrum (bevatten een vastgestelde minimumhoeveelheid groenten en geen toevoegingen zoals zout, suiker en e-nummers).

De werkgever heeft in zijn risico inventarisatie en evaluatie in het kader van de ABRO-wetgeving met betrekking tot haar Beleid gezondheid en vitaliteit het volgende vastgelegd: “… voert een gezond bedrijfsrestaurant. In dit restaurant worden gezonde maaltijden aangeboden ter bevordering van de gezondheid en vitaliteit van de werknemers. Hierdoor wordt ook het ziekteverzuim verminderd. Er worden aantoonbare gezondheidsmetingen gedan bij de werknemers en de maaltijden worden met grote zorgvuldigheid bereid in overleg met deskundigen (o.a. Zorg van de zaak).”. Daarnaast heeft de werkgever in zijn Arboplan een Beleidsverklaring gezonde voeding opgenomen.

Gericht vrijgesteld

De werkgever stelt dat de gratis gezonde lunches onder de gerichte vrijstelling voor ARBO-voorzieningen zijn vrijgesteld van loonbelasting. Rechtbank en Hof hebben de werkgever in het ongelijk gesteld.

De Hoge Raad overweegt echter dat de verstrekking van de lunches rechtstreeks voortvloeit uit het ABBO-beleid van de werkgever. De stelling van de Belastingdienst, dat voor kantinemaaltijden specifieke regels gelden en het daarom niet de bedoeling is geweest om maaltijden onder de ARBO-vrijstelling te brengen, verwerpt de Hoge Raad. Ook het argument dat met de verstrekking een aanmerkelijk privévoordeel voor de werknemers gepaard gaat, vindt bij de Hoge Raad geen gehoor. De Hoge Raad overweegt dat het van algemene bekendheid is dat gezond eten de kans op ziekten vermindert en dat het herstel na een ziekte erdoor kan worden bevorderd. Het verstrekken van gezonde maaltijden kan daarom deel uitmaken van het beleid van de werkgever ter voorkoming van ziekteverzuim en daarmee onderdeel zijn van het ARBO-beleid van de werkgever.

Actuele ABRO-vrijstelling

Het arrest van de Hoge Raad is gewezen voor de jaren 2017 en 2018. Met ingang van 2022 is de gerichte vrijstelling voor ARBO-voorzieningen aangepast. Vereist is nu dat de voorzieningen direct samenhangen met verplichtingen van de werkgever bij of krachtens de ARBO-wet. Ook onder deze strengere definitie van de ARBO-vrijstelling lijken de lunches, zoals ze door deze werkgever worden verstrekt, gericht te zijn vrijgesteld. Onder de ARBO-wet valt immers nog steeds beleid gezondheid en vitaliteit. Maar daarbij is wel van belang de manier waarop de werkgever in de aan de Hoge Raad voor gelegde casus de verstrekking heeft vormgegeven en heeft onderbouwd.

Het arrest van de Hoge Raad kan zeker ook een argument zijn in discussies met de Belastingdienst over andersoortige ARBO-verstrekkingen.

Andere artikelen