De Hoge Raad heeft in een arrest van 15 april 2016 bevestigd dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) in de erf- en schenkbelasting kan worden toegepast op de verkrijging van aandelen in een vastgoed-B.V. Wij beschrijven de uiterst riante bedrijfsopvolgingsfaciliteit in onze factsheet over de vrijstellingen schenkbelasting.
Materiële onderneming
De naam van de faciliteit zegt het al: het moet gaan om een bedrijf. De belangrijkste voorwaarde voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit is dan ook dat (een deel van) een materiële onderneming vererft of wordt geschonken. Een andere belangrijke voorwaarde zit ook in de naam van de faciliteit: het moet gaan om opvolging. Over deze voorwaarde leest u in ons artikel BOF voortzettingseis is keihard.
Vastgoed
De exploitatie van vastgoed geschiedt veelal niet in de vorm van een bedrijf. Onroerend goed wordt immers vaak als belegging aangehouden. De Hoge Raad heeft nu bevestigd dat onder omstandigheden sprake zijn van zodanige exploitatie van vastgoed, dat die een materiële onderneming vormt. Welke criteria daarvoor relevant zijn, lezen we in de door de Hoge Raad bevestigde uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden.
Een onderneming is volgens dit Hof: een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal, gericht op deelname aan het maatschappelijk verkeer, met het oogmerk om winst te behalen. Ten aanzien van de exploitatie van vastgoed is dit nader ingevuld met de eis dat aannemelijk dient te worden gemaakt dat:
– de aangaande het vastgoed verrichte arbeid wat betreft aard en omvang meer behelst dan normaal vermogensbeheer;
– met het doel om meer rendement te behalen dan bij normaal vermogensbeheer.
Bewijslast
De partij die het beroep op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit doet, moet bewijzen dat de exploitatie van het vastgoed kwalificeert als een materiële onderneming. Dit bewijs zal in elke individuele situatie moeten worden geleverd op basis van de concrete feiten en omstandigheden op elk afzonderlijk moment waarop een beroep wordt gedaan op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.
De Belastingdienst kan rustig achterover leunen. Dat doet zij in de praktijk ook door (al dan niet terecht) een zeer gedetailleerde onderbouwing van een beroep op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit te eisen in de vorm van de zogeheten omstandighedencatalogus.
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft wel bepaald dat niet alleen het directe rendement (dat is de huur verminderd met de kosten), maar ook het indirecte rendement (dat is de waardestijging van het vastgoed) in aanmerking moet worden genomen. De Belastingdienst stelde dat alleen het directe rendement van belang was.
Voor de beoordeling van de aard en de omvang van de met de exploitatie van het vastgoed gemoeide arbeid moet, aldus het Hof, niet alleen naar de eigen werknemers van de vennootschap worden gekeken. Daarvoor tellen ook mee de uitbestede werkzaamheden waarop toezicht wordt gehouden en de arbeid van externe deskundigen die op projectbasis worden ingehuurd.
Inkomstenbelasting
Het begrip materiële onderneming is niet alleen van belang voor de erf- en schenkbelasting. Wanneer de aandelen in de vastgoed-B.V. kwalificeren als een aanmerkelijk belang, kan de doorschuiving van de inkomstenbelastingclaim alleen geschieden voor zover de B.V. een materiële onderneming drijft.
Overdrachtsbelasting
Naast de erf- en schenkbelasting en de inkomstenbelasting kan bij de overdracht van aandelen in een vastgoed-B.V. heffing van overdrachtsbelasting aan de orde komen. Dat is het geval wanneer de aandelen fictief worden aangemerkt als een onroerende zaak.