In het Regeerakkoord kondigt het Kabinet Rutte III voor de inkomstenbelasting in box 1 een vlaktax aan. Maar wel met een verhoogd tarief voor het inkomen boven grofweg € 68.500.
Vlaktax
Het inkomen tot € 68.500 wordt belast tegen een tarief van 36,93%. Voor het inkomen boven € 68.500 bedraagt het tarief 49,5%. Deze tarieven zijn inclusief de premies volksverzekeringen. Hoe rekening wordt gehouden met de omstandigheid dat gerechtigden tot AOW minder premies betalen, is op dit moment nog niet duidelijk.
Hoe dit tarief uitwerkt, maken we duidelijk met een eenvoudig voorbeeldje.
Een belastingplichtige (zonder fiscaal partner) geniet een loon van € 95.000. Hij heeft een eigen woning, waarvoor jaarlijks € 10.000 aan rente wordt betaald en hij doet een periodieke gift aan de hockeyvereniging van € 1.000.
Het inkomen in box 1 zit er dan als volgt uit:
Loon | 95.000 | |
Bijtelling eigen woning | 3.750 | |
Rente eigen woning | -10.000 | |
Aftrek eigen woning | -6.250 | |
Periodieke gift | -1.000 | |
Inkomen in box 1 | 87.750 | |
De inkomstenbelasting wordt berekend over het inkomen:
Loon | 95.000 | |
Bijtelling eigen woning | 3.750 | |
Inkomen | 98.750 | |
Inkomstenbelasting: | ||
36,93% * € 68.500 = | 25.297 | |
49,5% * € 30.250 = | 14.974 | |
Totaal | 40.271 | |
Aftrekposten
De aftrekposten worden alleen nog tegen het lage tarief geëffectueerd. In het Regeerakkoord worden als voorbeelden van deze aftrekposten genoemd de zelfstandigenaftrek en de hypotheekrenteaftrek.
Uit antwoorden op Kamervragen blijkt echter dat het zal gaan om alle aftrekposten:
- de ondernemersfaciliteiten:
- zelfstandigenaftrek;
- speur- en ontwikkelingswerk;
- meewerkaftrek;
- startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
- MKB-winstvrijstelling;
- eigen woning:
- rente van schulden;
- kosten van geldleningen;
- periodieke betalingen voor erfpacht, opstal en beklemming;
- aftrekbare kosten restschuld vervreemde eigen woning;
- persoonsgebonden aftrek:
- uitgaven voor onderhoudsverplichtingen (waaronder partneralimentatie);
- weekeinduitgaven voor gehandicapten;
- scholingsuitgaven;
- uitgaven voor monumentenpanden;
- kwijtgescholden durfkapitaal;
- aftrekbare giften;
- uitgaven voor specifieke zorgkosten;
- restant persoonsgebonden aftrek voorgaande jaren;
- overig:
- terbeschikkingstellingsvrijstelling.
Het voorbeeld verder uitwerkend, laat laat de volgende per saldo verschuldigde belasting zien:
Aftrek eigen woning | -10.000 | |
Periodieke gift | -1.000 | |
Totaal aftrekposten | -11.000 | |
Belasting: 36,93% | -4.062 | |
Belasting over inkomen | 40.271 | |
Belasting aftrekposten | -4.062 | |
Per saldo verschuldigd | 36.209 |
Anticiperen
Het maakt nogal uit of een aftrekpost wordt geëffectueerd tegen het huidige hoogste tarief van 52% of tegen het toekomstige tarief van de vlaktax van 36,93%. reden genoeg om te (laten) bekijken of je aftrekposten naar voren kunt halen. De nieuwe vlaktax zal, naar verwachting, op 1 januari 2019 van kracht worden. Je hebt dus nog een heel jaar om de mogelijkheden te (laten) beoordelen. Uiteraard moet daarbij alle wet- en regelgeving in acht worden genomen.
Stel je betaalt je ex-partner per jaar € 35.000 aan alimentatie. Je had er rekening mee gehouden dat je dit bedrag tegen 52% kon aftrekken. Dat leverde je een fiscaal voordeel op van 52% * € 35.000 = € 18.200. Vanaf 2019 is dat nog maar: 36,93% * € 35.000 = € 12.925.
Je kunt de alimentatieverplichting in 2018 afkopen. Maar heb je dan een voldoende hoog inkomen om de hele aftrekpost te kunnen genieten? En is je ex-partner het hier mee eens? Hij of zij betaalt dan in 2018 inkomstenbelasting over de afkoopsom, grotendeels tegen het tarief van 52%.
Of is de wijziging van de fiscale regelgeving een reden om aan de rechter te vragen de bruto alimentatie te verlagen?
Overgangsregeling
De afbouw vindt overigens plaats in 4 jaarlijkse stapjes van (ongeveer) 3%-punten. Dus pas in 2022 zitten we op aftrek tegen het tarief van de vlaktax.
Er uiteraard van uitgaande dat de wetgeving wordt ingevoerd, zoals die in het Regeerakkoord is verwoord. Daar moeten de Tweede en Eerste Kamer immers nog mee instemmen.