Per 1 januari 2022 vervalt de fiscale aftrek van scholingsuitgaven en wordt de Subsidieregeling STAP-budget ingevoerd.
Scholingsuitgaven
Afgeschaft wordt de aftrek van scholingsuitgaven. Dat zijn uitgaven wegens het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning.
Uitgaven voor het onderhouden van bestaande kennis blijven voor een winstgenieter aftrekbaar. En deze kosten kunnen door werkgevers belastingvrij aan hun werknemers worden verstrekt of vergoed (gerichte vrijstelling).
STAP
Voor scholingsuitgaven kan vanaf 1 maart 2022 een beroep worden gedaan op de nieuwe Subsidieregeling STAP-budget. De afkorting STAP staat voor Stimulering arbeidsmarktpositie.
De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 1.000 (inclusief BTW) per jaar. Bij meerjarige scholing wordt telkens voor maximaal één opleidingsjaar de subsidie verstrekt. De STAP-subsidie wordt niet verstrekt voor zover van een derde een bijdrage in de scholingskosten wordt ontvangen.
Het UWV verwerkt de subsidieaanvragen aan de hand van een elektronisch aanvraagformulier, dat de aanvrager benadert met zijn of haar DigiD. De subsidie wordt verleend aan de aanvrager (dat is degene die de scholing volgt), maar rechtstreeks uitbetaald aan de opleider. De aanvrager moet een voldoende band hebben met de Nederlandse arbeidsmarkt.
Belangrijke voorwaarde voor de subsidie is dat de studie wordt afgerond. Dat is het geval wanneer de scholing is voltooid met een diploma of aanwezigheidscertificaat. Of wanneer een aanwezigheids- of deelnamepercentage van minstens 80% is behaald. Als de opleiding niet wordt afgerond, zal de opleider de subsidie moeten terugbetalen aan het UWV. De opleider zal de kosten dan alsnog in rekening brengen bij de aanvrager.
De subsidiabele kosten zijn:
- les-, cursus-, college- of examengeld;
- kosten van door de opleider verplicht gestelde leer- of beschermingsmiddelen, voor zover direct noodzakelijk voor de opleiding en de kosten door de opleider in rekening worden gebracht;
- kosten voor een EVC-procedure, die door de EVC-aanbieder in rekening worden gebracht (EVC is: Erkenning van eerder Verworven Competenties).
Voor de regeling gelden subsidieplafonds. Zodra het plafond is bereikt, wordt geen subsidie meer toegekend. Niet gebruikte bedragen worden toegevoegd aan het subsidieplafond van het volgende aanvraagtijdvak. De subsidieplafonds bedragen voor 2022:
- van 1 januari tot en met 28 februari: € 0;
- van 1 maart tot en met 30 april: € 36.100.000;
- van 1 mei tot en met 30 juni: € 36.100.000;
- van 1 juli tot en met 31 augustus: € 36.100.000;
- van 1 september tot en met 31 oktober: € 36.100.000
- van 1 november tot en met 31 december: € 36.000.000.