Op 22 februari heeft het Europees Hof van Justitie arrest gewezen in een procedure waar het Nederlandse fiscale-eenheidsregime, en dan vooral de renteaftrek, centraal stond. Het hof kwam tot de conclusie dat Nederland onderscheid in behandeling maakt tussen Nederlandse en buitenlandse dochtervennootschappen. Dit onderscheid discrimineert ten onrechte buitenlandse dochtervennootschappen.
Door het arrest zouden buitenlandse dochtervennootschappen voortaan wel in aanmerking kunnen komen voor de voordelen van afzonderlijke elementen van het fiscale-eenheidsregime. Doordat dit een strop voor de Nederlandse schatkist zou betekenen, is een spoedreparatie van de wetgeving toegepast.
De fiscale eenheid
In Nederland kunnen vennootschappen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vormen indien de moedermaatschappij onder andere minimaal 95% van de aandelen in handen heeft van de dochtermaatschappij. Daarnaast is het van belang dat de vennootschappen dezelfde boekjaren en winstbepalingen hanteren en feitelijk in Nederland gevestigd zijn. Een fiscale eenheid heeft fiscale voor- en nadelen. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen wij je graag naar dit artikel.
Renteaftrek
Binnen een fiscale eenheid wordt de rente van onderlinge leningen gesaldeerd. Indien een moedervennootschap een lening verstrekt aan haar dochter en daarover rente ontvangt, behoort deze rente bij de moedervennootschap tot de winst en bij de dochtervennootschap tot de kosten. Doordat een fiscale eenheid wordt aangemerkt als één belastingplichtige vallen de rentelasten en -baten tegen elkaar weg.
De Nederlandse wetgeving kent ook een regeling inzake renteaftrekbeperkingen. Achtergrond van deze regeling is het tegengaan van winstdrainage. Bij het bepalen van de winst mag geen rente worden afgetrokken die:
- (in)direct verschuldigd is aan een verbonden lichaam en;
- verband houdt met een besmette transactie. Rechtshandelingen die worden aangemerkt als besmette transacties zijn een dividenduitkering, een kapitaalstorting, de verwerving van een deelneming en de uitbreiding van een aandelenbelang in een deelneming.
De renteaftrekbeperking vindt geen toepassing als aan een van de twee tegenbewijsregelingen wordt voldaan:
- indien aannemelijk wordt gemaakt dat aan de schuld en de daarmee verband houdende rechtshandeling in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen;
- indien aannemelijk wordt gemaakt dat over de rente bij degene aan wie de rente is verschuldigd per saldo een naar Nederlandse maatstaven redelijke belasting wordt geheven.
Het arrest
In deze zaak had een Nederlandse dochter geld geleend bij haar buitenlandse moedermaatschappij voor de aankoop van een deelneming. De rente op de lening had de dochter in aftrek gebracht. Deze aftrek van rente werd door de belastinginspecteur geweigerd omdat de renteaftrekbeperking van toepassing was. Dat had in binnenlandse situaties opgelost kunnen worden door een fiscale eenheid aan te gaan. Maar een fiscale eenheid met een buiten Nederland gevestigde vennootschap is niet mogelijk.
De vraag die centraal stond tijdens de procedure bij het Europees hof was of belastingplichtige voor dit element uit het regime van de fiscale eenheid in aanmerking kon komen. Het hof oordeelde dat dit mogelijk moet zijn omdat er anders sprake is van discriminatie. Binnenlandse vennootschappen worden bevoordeeld ten opzichte van buiten Nederland gevestigde vennootschappen.
Deze per-elementbenadering van het hof zou grote budgettaire consequenties hebben voor de Nederlandse schatkist. De Nederlandse fiscus zou op grote schaal aftrek van rente moeten accepteren. Om deze reden is er reparatiewetgeving gekomen. De spoedreparatiemaatregelen gaan met terugwerkende kracht gelden vanaf 25 oktober 2017, 11:00 uur.
Spoedreparatie
De reparatiewetgeving heeft als gevolg dat de renteaftrekbeperking ook gaat gelden voor puur binnenlandse fiscale eenheden. Verwacht wordt dat daardoor de consequenties voor deze puur binnenlandse fiscale eenheden beperkt blijven, door de tegenbewijsregelingen. Een deel van de voordelen die verbonden zijn aan het huidige fiscale-eenheid regime gaat door het arrest van het hof noodgedwongen verloren.