Een overbedelingsschuld wordt niet gewaardeerd op basis van de fiscale waarderingsregels. Dat bevestigt een kennisgroep van de Belastingdienst.
Overbedelingsschuld
De langstlevende van twee partners heeft vaak een overbedelingsschuld aan de kinderen doordat de hele nalatenschap aan hem of haar is toebedeeld. Aan de kinderen komt een vordering op hun langstlevende ouder toe voor hun aandeel in de nalatenschap.
In veel gevallen hoort de woning van de ouders tot de nalatenschap. Woningen worden in het kader van de erfbelasting gewaardeerd op de WOZ-waarde. Vaak is de WOZ-waarde lager dan de waarde in het economisch verkeer. Wat dit tot gevolg heeft, kunnen we het handigst uitleggen aan de hand van een vereenvoudigd voorbeeld.
Rekenvoorbeeld
Een in gemeenschap van goederen gehuwde ouder overlijdt in 2022 en laat de andere ouder en 2 kinderen na. De nalatenschap wordt verdeeld op grond van de wettelijke verdeling. Tot de nalatenschap hoort enkel de woning waarin de ouders wonen. De WOZ-waarde 2022 bedraagt € 450.000, maar bij verkoop zou de woning € 550.000 opbrengen.
Dan wordt de nalatenschap gewaardeerd op 50% van € 450.000 = € 225.000. Daarvan verkrijgt de langstlevende ouder en elk van de kinderen 1/3e: € 75.000. Maar op grond van het wettelijk erfrecht wordt de hele woning toebedeeld aan de langstlevende ouder en de kinderen krijgen een vordering op de langstlevende ouder waarvan de fiscale waarde bedraagt € 75.000. Op basis van de waarde in het economisch verkeer bedraagt de vordering echter € 91.667 (1/3e van 1/2e van € 550.000).
Als de langstlevende ouder in 2023 overlijdt en de WOZ-waarde van de woning bedraagt dan € 475.000, wordt de waarde van de nalatenschap als volgt bepaald: € 475.000 -/- (2 * € 91.667) = € 291.666 (verkrijging per kind € 145.833). Wanneer de overbedelingsschuld fiscaal gewaardeerd had moeten worden, zou de verkrijging hoger zijn, namelijk: € 475.000 -/- (2 * € 75.000) = € 325.000 (verkrijging per kind € 162.500).
Uiteraard moet de waarde in het economisch verkeer van de woning worden vastgesteld. Daarvoor zal de woning in het algemeen moeten worden getaxeerd. De taxatiekosten moeten dan opwegen tegen de lagere erfbelasting.
De fiscale waarderingsfictie geldt niet alleen voor de eigen woning, maar eveneens voor verhuurde woningen. Voor die woningen is niet alleen de WOZ-waarde leidend, maar wordt veelal, door toepassing van de zogeheten leegwaarderatio, ook forfaitair rekening gehouden met de lagere waarde die het gevolg is van de omstandigheid dat de woning is verhuurd.