Ouderentoeslag afgeschaft

Gepubliceerd op: 25 september 2014

In het wetsvoorstel Belastingplan 2015 is de afschaffing voorzien van de ouderentoeslag. Deze maatregel zou in moeten gaan op 1 januari 2016.

De ouderentoeslag speelt bij het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). In box 3 wordt belast het beleggingsvermogen: banktegoeden, effectenportefeuilles, onroerend goed (niet de eigen woning) en dergelijke. Van dit vermogen is € 21.139 (voor fiscaal partners het dubbele: € 42.278) vrijgesteld; het heffingvrij vermogen.

Het heffingvrij vermogen wordt verhoogd met de ouderentoeslag. Daarvoor moet de belastingplichtige:

  • op 31 december van het belastingjaar de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en
  • een inkomen uit werk en woning hebben van niet meer dan € 19.895 en
  • de grondslag voor de heffing in box 3 bedraagt maximaal € 279.708 (of bij fiscaal partners: € 559.416).

De ouderentoeslag bedraagt € 27.984 (als beide fiscaal partners aan de voorwaarden voldoen het dubbele: € 55.968). Indien het inkomen uit werk en woning hoger is dan € 14.302 wordt de ouderentoeslag verlaagd tot € 13.992.

De belasting is in box 3 gelijk aan 1,2% van de waarde van het in die box te belasten vermogen. De ouderen die op dit moment recht hebben op de maximale ouderentoeslag van € 55.968 zijn na de afschaffing extra aan inkomstenbelasting verschuldigd: 1,2% * € 55.968 = € 671.

De afschaffing van de ouderentoeslag kan echter veel verstrekkendere gevolgen hebben. Voor een aantal inkomensafhankelijke regelingen wordt immers gekeken naar het vermogen in box 3. Op huurtoeslag bestaat bijvoorbeeld geen recht als het in box 3 te belasten vermogen van de aanvrager hoger is dan het heffingvrij vermogen (inclusief de ouderentoeslag).

Het Belastingplan 2015 is op Prinsjesdag 2014 ingediend bij het Parlement. Het is niet uitgesloten dat de maatregel zoals hiervoor beschreven tijdens de parlementaire behandeling wordt aangepast of zelfs helemaal wordt geschrapt. De ingang per 1 januari 2016 noopt niet tot nog voor het eind van het lopende jaar te nemen maatregelen, behalve wanneer gebruik moet worden gemaakt van regelingen die per 31 december 2014 worden beëindigd (zoals de verhoogde vrijstelling in de schenkbelasting met betrekking tot schenkingen die worden gebruikt voor de eigen woning van de begiftigde).

De hiervoor vermelde getallen gelden voor het belastingjaar 2014.

Andere artikelen

Voorjaar 2025

Het Kabinet heeft de Voorjaarsnota 2025 gepubliceerd. Welke fiscale maatregelen staan daarin?