De nieuwe regels omtrent de turboliquidatie zijn al in 2019 aangekondigd. Recent is het wetsvoorstel ter internetconsultatie voorgelegd. Men verwacht als gevolg van de coronacrisis een hausse aan (turbo)liquidaties. Daar moeten de nieuwe regels voor gelden. De Tijdelijke wet turboliquidatie is op 7 juli 2022 ingediend bij de Tweede Kamer.
Turboliquidatie
De normale procedure rond de beëindiging (liquidatie) van een BV is als volgt:
- de aandeelhoudersvergadering neemt het besluit tot ontbinding van de rechtspersoon;
- dit besluit wordt ingeschreven in het handelsregister (bij de Kamer van Koophandel);
- het vermogen wordt vereffend;
- en nadat de vereffening is afgerond, wordt dit gemeld bij de Kamer van Koophandel, waarna de BV ophoudt te bestaan.
Bij een turboliquidatie worden de laatste twee stappen achterwege gelaten. Na de inschrijving van het besluit tot ontbinding houdt de BV direct op te bestaan. Een turboliquidatie is alleen mogelijk indien de BV geen baten heeft. Niet van belang is of er wel schulden zijn.
Misbruik
De huidige regeling van de turboliquidatie biedt mogelijkheden tot misbruik. De rechtspersoon, die is opgehouden te bestaan, kan immers nog schulden hebben. De schuldeisers zitten dan met een schuldenaar die niet meer bestaat. Een rechtspersoon met schulden zou via een faillissement moeten worden afgewikkeld.
Transparantie
Om dit misbruik te voorkomen, wordt aan het bestuur de verplichting opgelegd om de volgende informatie openbaar te maken (te deponeren bij de Kamer van Koophandel):
- balans en staat van baten en lasten over het boekjaar waarin wordt ontbonden;
- een schriftelijke opgave van de reden voor het ontbreken van baten;
- een slotuitdelingslijst (als voorafgaand aan de ontbinding schuldeisers zijn voldaan);
- de jaarrekeningen van de voorgaande jaren, voor zover niet reeds is voldaan aan de publicatieplicht.
LET OP: deze verplichting geldt ook indien de ontbonden rechtspersoon geen schulden meer heeft.
Het gevolg is dat de afwikkeling van een (turbo)liquidatie bewerkelijker wordt en derhalve meer kosten met zich mee zal brengen.
Bestuursverbod
Naast de hiervoor beschreven deponeringsplicht wordt de mogelijkheid ingevoerd op grond waarvan de rechter een verbod op kan leggen om rechtspersonen te besturen. Dat kan wanneer bestuurders:
- niet hebben voldaan aan de deponeringsverplichting in het kader van een turboliquidatie;
- in aanloop naar de liquidatie doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld;
- herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten, met achterlating van schulden.