Het spreekwoordelijke ei lijkt gelegd: een ZZP-er moet ingaande 2021 minstens € 16 per uur verdienen. Bij een uurtarief van € 75 of hoger kan met een zelfstandigenverklaring worden gekozen voor zelfstandigheid.
Soap
Wij hebben het gedoe rond de Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP-er) al vaker aangeduid als een soap. Die begon met de Verklaring ArbeidsRelatie (VAR), waarmee opdrachtgever en opdrachtnemer konden vastleggen dat hun relatie geen dientbetrekking was. Dat had als voordeel dat de opdrachtgever geen loonheffingen hoefde in te houden op de vergoeding van de ZZP-er. En dat geen premies werknemersverzekeringen waren verschuldigd.
Met de invoering van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidrelaties) is de VAR afgeschaft. De belangrijkste reden daarvoor was dat teveel misbruik van de VAR werd gemaakt, met schijnzelfstandigheid en onderbetaling als gevolg. Daarnaasst ontbrak in veel gevallen, waar dat wel gewenst werd geacht, het sociale vangnet (met name bij werkloosheid en arbeidsongeschiktheid) en er werd niet gezorgd voor de oudedag van de zelfstandige (pensioen).
Onder de Wet DBA zou moeten worden gewerkt met al of niet vooraf goedgekeurde (model)overeenkomsten. Maar al bij de invoering bleek dat systeem niet (goed) te werken. Daarom werd de handhaving, in afwachting van een nieuwe regeling, beperkt tot evident misbruik. Inmiddels is de handhaving enigszins uitgebreid. Je leest hierover in ons artikel Nieuws over de fiscale positie van de ZZP-er.
Met ingang van 2021
De contouren van het nieuwe systeem, dat per 1 januari 2021 zou moeten ingaan, zijn eerder al geschetst. Inmiddels is door Minister Koolmees van SZW het concept van het wetvoorstel gepubliceerd. Iedereen kan zijn of haar mening over dit conceptwetvoorstel spuien in het kader van een internetconsultatie.
Het wetsvoorstel heeft de titel Wet minimumtarief zelfstandigen en zelfstandigenverklaring gekregen. Dit wordt afgekort als WMZ. Zoals uit de titel al blijkt, gaat het om twee maatregelen, namelijk de invoering van:
- een minimumtrief (€ 16/uur);
- de mogelijkheid om te kiezen voor een zelftandigenverklaring (bij een tarief vanaf € 75/uur).
Voor de ZZP-ers die niet binnen deze maatregelen vallen, komt er de al meermalen aangekondigde webmodule. Die wordt in het concept van het wetsvoorstel nog niet nader uitgewerkt.
Minimumtarief
Het minimumtarief van € 16 per uur is van zelfsprekend exclusief BTW, maar ook exclusief de directe kosten. Dat betekent dat de kosten van materialen en dergelijke bovenop het uurtarief komen. Bij de vaststelling van het minimumtarief is er rekening mee gehouden dat ZZP-ers gemiddeld eenderde van hun tijd moeten besteden aan overige werkzaamheden (zoals de administratie).
Om te beoordelen of aan het minimumtarief wordt voldaan, moet het volgende sommetje worden gemaakt:
(vergoeding voor de opdracht (exclusief BTW) -/- direct aan de opdracht toe te rekenen kosten) / aantal direct aan de opdracht toe te rekenen uren
,waarbij met de direct aan de opdracht toe te rekenen uren wordt bedoeld: de tijd die aan de opdracht wordt besteed. Daartoe hoort bijvoorbeeld, naast de tijd die wordt besteed aan de uitvoering van de opdracht zelf, ook de voorbereidingstijd.
In de berekeningen van het ministerie verdient de ZZP-er, die tegen het minimumtarief werkt op jaarbasis bruto € 19.870. Dat is gebaseerd op een 40-urige werkweek, waarvan 1/3 op gaat aan niet-declarabele werkzaamheden. De overheid gaat er vanuit dat de ZZP-er gedurende 46 weken per jaar werkt:
2/3 * 40 uur = 27 uur per week, zodat in 46 weken in totaal 1.242 uur worden gedeclareerd, met als gevolg dat de bruto inkomsten beragen: 1.242 * € 16 = € 19.872. Dat is niet echt een vetpot, maar het is volgens de Minister netto ongeveer gelijk aan het bestaansminimm (dat bedraagt € 12.340). Er wordt geen rekening gehouden met een reservering voor pensioen omdat de AOW al boven het niveau van het sociaal minimum ligt (ofwel: deze ZZP-er wordt geacht van enkel de AOW rond te komen).
Om de betaling van het minimumtarief in een keten af te dwingen, wordt een nieuwe ketenaansprakelijkheid geintroduceerd. Deze heeft dezelfde structuur als de bestaande ketenaansprakelijkheid voor de uitbetaling van het (minimum)loon.
Zelfstandigenverklaring
Door middel van een zelfstandigenverklaring spreken opdrachtgever en opdrachtnemer samen af dat de ZZP-er als zelftandige werkt. Naast het minimale tarief van € 75 per uur moet de ZZP-er zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.
Wanneer de ZZP-er werkt via een BV waarvan hij de enige werknemer is, moet het minimumtarief van € 75 aan de BV worden betaald.
De zelfstandigenverklaring loopt (maximaal) 1 jaar. Daarmee wordt beoogd een drempel op te werpen voor werknemers, die hun dienstbetrekking willen omzetten in ZZP-schap. Periodes tussen werkzaamheden voor dezelfde opdrachtgever van minder dan 6 maanden tellen mee voor de periode van 1 jaar. Het heeft daardoor geen zin om klussen op te knippen in kleinere klusjes.
In deze periode van 1 jaar loopt de opdrachtgever geen risico op naheffingen van loonheffingen en premies werknemersverzekeringen. Daarnaast wordt zoveel mogelijk zekerheid geboden ten aanzien van de arbeidsrechtelijke gevolgen, pensioen en CAO. Zo is een overeenkomst met geldig zelfstandigenverklaring naar Nederlands recht geen arbeidsovereenkomst. Wanneer de ZZP-er naar Europees recht toch als werknemer zou worden gekwalificeerd, heeft hij of zij in het kader van het arbeidsrecht recht op een basisregime. Dat betekent bijvoorbeeld: wel vakantiedagen, maar geen loondoorbetaling en transitievergoeding.