Meer ruimte om te sparen voor de oude dag

Gepubliceerd op: 7 juni 2023

Op 30 mei 2023 heeft de Eerste Kamer de Wet toekomst pensioenen aangenomen. Dit wetsvoorstel bevat ingrijpende wijzigingen van ons pensioenstelsel. Maar het trekt ook de mogelijkheden voor het fiscaal gefaciliteerd opbouwen van een oudedagsvoorziening door ondernemers, ZZP-ers en DGA’s gelijk met die van werknemers. Zij krijgen daardoor (veel) meer ruimte voor de opbouw van een dergelijke voorziening en deze verruiming wordt al met ingang van 2023 van kracht.

Aftrek premie/inleg lijfrente

De verruiming betreft de mogelijkheden om de premie/inleg voor een lijfrente af te trekken van het inkomen uit werk en woning (box 1). Die ruimte wordt per jaar berekend (de jaarruimte). De in een jaar niet benutte jaarruimte mag in volgende jaren worden gebruikt (de reserveringsruimte). De per 2023 ingaande verruimingen zijn:

  • de jaarruimte wordt 30% van de premiegrondslag (dit was 13,3%);
  • de aftrekdrempel wordt verhoogd van € 13.646 naar € 16.322 (cijfers voor 2023) en deze drempel blijft volledig gelden ten aanzien van deeltijders;
  • de reserveringsruimte wordt maximaal € 38.000 (dit was maximaal € 8.065, voor AOW-ers € 15.922);
  • de reserveringsruimte omvat de voorgaande 10 jaren (dit waren de 7 voorgaande jaren).

Voorbeeld

Een DGA, die geen pensioen opbouwt, met een salaris van € 120.000 kan in 2023 in totaal maximaal € 69.103 aan premie/inleg voor een lijfrente aftrekken van zijn inkomen in box 1, afhankelijk van het overige inkomen en van de aftrekposten, tegen het hoogste tarief (49,5%). Dit bedrag bestaat uit de jaarruimte: 30% * (€ 120.000 -/- € 16.322) = € 31.103 en de maximale reserveringsruimte van € 38.000.

Het exacte bedrag van de aftrekbare premie/inleg moet uiteraard voor iedereen individueel worden berekend.

Afstorten

Het bedrag van de premie/inleg moet wel daadwerkelijk worden gestort bij de verzekeraar of bank waar de lijfrente is ondergebracht. Daarvoor moet uiteraard de liquiditeit beschikbaar zijn. De storting wordt afgetrokken in het jaar waarin de premie/inleg is betaald. De jaarruimte wordt daarom berekend op basis van het inkomen van het voorgaande jaar.

Voordelen

De aftrekpost levert in het jaar van betaling van de premie/inleg een belastingvoordeel op. De uitkeringen worden te zijner tijd belast. Het uitstel van de heffing levert uiteraard een voordeel op en op de momenten van uitkeren geldt wellicht een lager tarief.

Een ander voordeel is dat de in een lijfrente ondergebrachte middelen, voor zover de premie/inleg in het kader van de heffing van inkomstenbelasting is afgetrokken, bij faillissement of schuldsanering in beginsel niet kunnen worden uitgewonnen om de schuldeisers mee te betalen.

Nadeel

Het nadeel van een betaalde premie/inleg voor een lijfrente is dat deze middelen niet meer vrij kunnen worden besteed. Maar dat kun je natuurlijk ook als een voordeel zien: deze middelen zijn definitief gereserveerd voor de financiële verzorging van je oude dag.

Premie/inleg

Hiervoor wordt gesproken over premie en inleg. Premie wordt gestort op een lijfrenteverzekering. Bedragen die worden gestort op een lijfrentebankspaar- of beleggingsproduct worden aangeduid als inleg. Beide producten hebben elk hun specifieke voor- en nadelen.

Andere artikelen