… je moet er natuurlijk wel voor zorgen dat je voldoet aan de gestelde voorwaarden. Het kan zeker de moeite lonen om dat even te (laten) narekenen en zo nodig in de laatste maanden van het jaar bij te sturen.
LIV
LIV staat voor LageInkomensVoordeel. In ons artikel Lage-inkomensvoordeel (LIV) legden we begin dit jaar de werking van de regeling al aan je uit.
De definitieve bedragen voor 2017 heeft de Belastingdienst bekend gemaakt in de eerste Nieuwsbrief Loonheffingen voor 2018. Het hoge bedrag aan LIV (€ 1,01 per verloond uur) ontvangt je voor werknemers die in 2017 minimaal € 9,66 en maximaal € 10,63 hebben verdiend. Voor werknemers die in 2017 tussen € 10,63 en € 12,08 per uur hebben verdiend ontvang je het lage bedrag (€ 0,51 per verloond uur).
Je krijgt het lageinkomensvoordeel alleen voor werknemers voor wie je in het kalenderjaar 1.248 of meer uren hebt verloond.
Rekenen en zo nodig bijsturen
Het LIV wordt in 2018 automatisch uitbetaald. Aan de hand van je loonadministratie rekent het UWV uit op welk bedrag je recht hebt. Het gaat om het gemiddelde uurloon van een werknemer. Dit wordt berekend door het totale premiejaarloon (inclusief vakantiegeld, toeslagen en dergelijke) te delen door het aantal in het kalenderjaar verloonde uren.
Een loonsverhoging in de loop van het jaar heeft gevolgen voor het gemiddelde uurloon en kan het lageinkomensvoordeel volledig om zeep helpen. Dat geldt ook voor een (overwerk)toeslag, gratificatie of andere aanvullende betaling. Het werken van meer of minder uren heeft invloed op het gemiddelde uurloon en dus op de te ontvangen LIV.
Tot het einde van het jaar kun je nog bijsturen. Daarna liggen het ontvangen loon en de verloonde uren definitief vast in je loonadministratie.
Bijsturen is mogelijk door een werknemer wat meer of juist wat minder uren te laten werken. Een loonsverhoging kan misschien over de jaarwisseling heen worden getild? Een werknemer die voor de jaarwisseling een extraatje verdient, kan dat wellicht via het werkkostenforfait krijgen zonder dat de LIV verloren gaat.
36-urige werkweek
De uurloongrenzen voor de LIV zijn gebaseerd op een 40-urige werkweek. Voor een werknemer die het minimumloon verdient in een 36-urige werkweek ontvang je daarom nooit het hoge bedrag aan LIV. Het maximale uurloon daarvoor (€ 10,63) bedraagt namelijk 110% van het minimumloon. Een simpele rekensom leert dat een minimumloner in een 36-urige werkweek omgerekend naar een 40-urige werkweek 111% van het minimumloon verdient: (40/36)* 100% = 111%.