Sinds 1 januari 2015 ligt voor de heffing van BTW de plaats van een elektronische dienst, die wordt verricht aan particulieren, daar waar de afnemer woont. Elektronische diensten zijn bijvoorbeeld de levering van films, muziek en e-books door middel van downloaden van bestanden vanaf het internet, verzending per e-mail of op andere elektronische wijze. Wanneer de film, muziek of het boek op een fysieke drager (CD, papier en dergelijke) wordt geleverd, is voor de heffing van BTW geen sprake van een dienst, maar van de levering van een goed.
De nieuwe regels voor de bepaling van de plaats van elektronische diensten betekenen dat de ondernemer die deze diensten verricht aan in andere lidstaten van de EU woonachtige particulieren, BTW moet afdragen in de betreffende lidstaat. Om te voorkomen dat dergelijke ondernemers zich bij de fiscus van elke lidstaat moeten melden, is het zogeheten Mini One Stop Shop (MOSS) systeem in het leven geroepen. Via dit systeem kan de ondernemer de in andere lidstaten voor elektronische diensten aan particulieren verschuldigde BTW aangeven en afdragen bij de fiscus van de lidstaat waar de ondernemer is gevestigd. De lidstaten zorgen onderling voor de betaling van de hen toekomende BTW.
Ondanks MOSS levert de wijziging van de plaats van dienst (met name) kleine internetondernemer forse administratieve lasten op. De af te dragen BTW moet namelijk per lidstaat worden bepaald op grond van de wet- en regelgeving van die lidstaat en ondernemers die zich voor MOSS hebben aangemeld, moeten periodiek opgaaf doen van hun prestaties, ook in tijdvakken waarin geen elektronische diensten aan particulieren uit andere lidstaten zijn verricht. Om deze lasten voor kleine webwinkels te beperken, wordt voorgesteld om een drempel in te voeren. Zo lang het totaal van de door een ondernemer verrichte elektronische diensten het drempelbedrag niet overschrijdt, zou de ondernemer de BTW verschuldigd zijn in de lidstaat waar hij is gevestigd (een vergelijkbare regeling geldt al jaren voor de zogeheten afstandsverkopen). De plaats van de dienst wordt dan voor de heffing van BTW gelegd daar waar de presterende ondernemer is gevestigd (zoals dat tot en met 2014 het geval was). De verwachting is (helaas) dat de invoering van deze drempel niet vóór 2016 zal plaatsvinden.