Wijzigingen regelgeving ZZP-ers

Gepubliceerd op: 18 oktober 2024

In twee goed bezochte en geanimeerde ontbijtsessies hebben wij onze relaties geïnformeerd over de op handen zijnde wijzigingen in de regelgeving met betrekking tot ZZP-ers.

Het gaat om de volgende wijzigingen:

  • de per 1 januari 2026 beoogde invoering van de Wet VBAR;
  • de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025.

Wet VBAR

Minister van Hijum heeft aangegeven dat de Wet VBAR zal worden aangepast en in aangepaste vorm voor de zomer van 2025 bij de Kamer zal worden ingediend. Zie ons artikel Kabinet gaat door met Wet VBAR.

Met de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en invoeren rechtsvermoeden beoogt de wetgever, zoals de titel van de wet al aangeeft, om te verduidelijken hoe moet worden vastgesteld of een arbeidsrelatie kwalificeert als een arbeidsovereenkomst/dienstbetrekking. Het wetsvoorstel stelt wijziging voor van artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek.

De in de wet vast te leggen systematiek van beoordeling gaat uit van de volgende hoofdelementen:

  • W = indicaties die wijzen op werken als werknemer;
  • Z = indicaties die wijzen op werken als zelfstandige;
  • OP = indicaties die zien op ondernemerschap van de persoon (buiten de arbeidsrelatie).

De inhoud van deze hoofdelementen wordt nader uitgewerkt in dit schema, dat is ontleend aan de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel.

De beoordeling vindt vervolgens plaats via de volgende twee stappen:

  1. de elementen W en Z worden tegen elkaar afgewogen:
    • als W zwaarder weegt dan Z: is sprake van een arbeisovereekomst;
    • als Z zwaarder weegt dan W: is sprake van zelfstandigheid;
  2. indien uit die weging blijkt dat de elementen W en Z (ongeveer) in evenwicht zijn, geeft element OP de doorslag.

In een aan de toelichting op het wetsvoorstel ontleend schema ziet de beoordelingssystematiek er als volgt uit:

De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel bevat een elftal voorbeeldcasussen waarin de systematiek wordt toegelicht.

Rechtsvermoeden

De invoering van het rechtsvermoeden is nieuw. Het rechtsvermoeden wordt ingevoerd om het ZZP-ers die een laag uurtarief ontvangen, gemakkelijker te maken om bij de rechter een arbeidsovereenkomst af te dwingen. Een ZZP-er die per uur minder ontvangt dan € 33 (exclusief BTW) kan bij de rechter het rechtsvermoeden inroepen. Het is dan aan de opdrachtgever om met feiten en omstandigheden aan te tonen dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Als dat niet lukt, zal de rechter vaststellen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Het rechtsvermoeden kan niet door de Belastingdienst en het UWV worden ingeroepen, maar als de rechter eenmaal, met toepassing van het rechtsvermoeden, een arbeidsovereenkomst heeft vastgesteld, kunnen de Belastingdienst en het UWV daar wel bij aansluiten.

Handhavingsmoratorium

Het handhavingsmoratorium houdt in dat de Belastingdienst en het UWV op dit moment alleen naheffingsaanslagen opleggen aan evident kwaadwillenden of nadat is gewaarschuwd dat opdrachtgever en opdrachtnemer hun arbeidsrelatie eens goed tegen het licht moeten houden.

Met ingang van 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer op de normale manier handhaven. Dat betekent dat, wanneer wordt geconstateerd dat een arbeidsrelatie voldoet aan de criteria van de dienstbetrekking, naheffingsaanslagen worden opgelegd, verhoogd met belastingrente en (als aan de voorwaarden is voldaan) boetes.

Naheffen van belastingen en premies mag tot 5 jaar terug, maar door het tot en met 31 december 2024 geldende handhavingsmoratorium zal over de periode vóór 2025 slechts in zeer uitzonderlijke gevallen (evident kwaadwillenden) worden nageheven.

Tips

  • Inventariseer de ZZP-relaties binnen je organisatie.
  • Maak een (eerste) risico-inschatting aan de hand van de criteria werkinhoudelijke aansturing, inbedding en ondernemerschap.
  • Laat bij twijfel een juridische check uitvoeren.
  • Wanneer je vaststelt dat er twijfel is of een ZZP-er (voldoende) zelfstandig is, ga dan in gesprek. De ZZP-er moet zich dan meer gaan opstellen als ondernemer of de arbeidsrelatie moet worden omgevormd tot een dienstbetrekking.

Andere artikelen