Voorafgaand aan het debat over het kerstarrest inzake box 3 heeft het Ministerie van Financiën een aantal adviezen over de mogelijke afwikkeling gepubliceerd.
Formaliteiten
Het gaat om adviezen van de landsadvocaat over een aantal formaliteiten. Duidelijk was al dat er binnen 6 weken een uitspraak op het massaal bezwaar moet komen. Maar die uitspraak kan vrij beknopt blijven. Vervolgens moeten de aanslagen, waartegen rechtsgeldig bezwaar is gemaakt, binnen zes maanden verminderd worden.
Ten aanzien van de (vele) aanslagen waartegen niet of niet op tijd bezwaar is gemaakt, oordeelt de landsadvocaat dat de vraag of deze aanslagen ambtshalve moeten worden verminderd, in een politiek-bestuurlijk afweging moet worden betrokken. Het advies somt een aantal argumenten voor ambtshalve vermindering van deze aanslagen op.
Daadwerkelijk rendement
In het advies van een drietal externe deskundigen kunnen we alvast een beetje proeven hoe de compensatie van de (eventueel) te hoge box 3-heffing zal gaan plaatsvinden. Helder is immers dat de compensatie niet inhoudt dat iedereen die box 3-heffing heeft betaald, deze belasting teruggestort krijgt.
De deskundigen blijven in hun advies zo dicht mogelijk bij de uitgangspunten van box 3. Daarbij stellen zij vast dat de Hoge Raad heeft aangegeven dat de op het rechtsherstel gerichte compensatie naar redelijkheid moet worden vastgesteld.
Vermogensmutaties, zowel gerealiseerd als ongerealiseerd, moeten tot het daadwerkelijk behaalde rendement worden gerekend. Maar box 3 voorziet niet in de mogelijkheid tot verrekening, over de jaargrens heen, van negatieve vermogensmutaties met positieve. Opvallend is het advies om het te voeren beleid zo snel mogelijk in een nieuwe procedure voor te leggen aan de Belastingrechter.
Het daadwerkelijke rendement wordt niet bepaald per afzonderlijk vermogensbestanddeel, maar voor het vermogen in box 3 als geheel. De deskundigen geven daarbij het volgende voorbeeld: “Stel dat een belastingplichtige aandelen bezit tot een bedrag van € 500.000 en spaargelden voor een bedrag van € 200.000 en dat hij in 2018 op de aandelen een werkelijk rendement heeft behaald van € 30.000 en op het spaargeld nihil. Over zijn vermogen zal hij, rekening houdend met een vrijstelling van € 30.000 en volgens de regeling van box 3 een inkomen in aanmerking moeten nemen van € 27.348. Hij komt derhalve niet in aanmerking voor een compensatie. Het onderrendement van zijn spaargelden wordt gecompenseerd door het overrendement van zijn aandelen.”.
Met de kosten voor de verwerving, inning en het behoud van de werkelijk behaalde rendementen wordt in het kader van de compensatie rekening houden. Daartoe horen ook de financieringslasten. De kosten voor verwerving en behoud van de bron worden niet in aanmerking genomen.
Afwachten
We wachten met spanning af waar Financiën uiteindelijk mee komt en hoe de rechter daar uiteindelijk over zal oordelen.