Verblijfkostenvergoedingen transportsector

Gepubliceerd op: 18 september 2015

20150918_goederenvervoer_Jumbo_VWGNijhof

Ingevolge de artikelen 40 en 41 van de CAO voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en verhuur van mobiele kranen hebben ambulante werknemers in deze sector recht op vergoedingen voor onderweg gemaakte kosten. Na de invoering van de werkkostenregeling in 2011 heeft de Belastingdienst goedgekeurd dat deze CAO-vergoedingen onder een gerichte vrijstelling buiten de loonheffingen worden gehouden. Deze goedkeuring eindigde op 1 juli 2015 (gelijktijdig met de CAO), maar is inmiddels, naar aanleiding van een daartoe verzoek namens belangenbehartiger TLN, verlengd tot 31 december 2021 (tussentijdse wijziging van wet- en regelgeving uiteraard voorbehouden).

Voorwaarden voor de vrijstelling zijn:
– dat de kosten zien op de kosten die de chauffeur onderweg maakt, bestaande uit maaltijden (ontbijt, lunch en avondmaaltijd), overige consumpties en kleine uitgaven (voor sanitaire voorzieningen en waskosten) en;
– dat de werkgever voor deze kostensoorten geen andere belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen doet of tot het loon van de werknemer rekent (extra vergoedingen of verstrekkingen mogen wel worden aangewezen als zogeheten eindheffingsloon; derhalve als onderdeel van het belastingvrije WKR-forfait of belast met het eindheffingstarief van 80%).

Aan de eerstgenoemde voorwaarde wordt uiteraard voldaan wanneer de werkgever de in de CAO vermelde bedragen hanteert. Individuele werkgevers hoeven vanzelfsprekend niet te onderzoeken of hun werknemers de CAO-vergoedingen besteden aan de aangegeven kosten(soorten).

 

Andere artikelen