Huurkorting door coronacrisis?

Gepubliceerd op: 14 januari 2021

Kan de huurder korting vragen op de overeengekomen huur? Vragen staat uiteraard vrij. Maar moet de verhuurder deze korting verlenen?

Onderling overleg

Een huurovereenkomst wordt aangegaan op grond van het contractenrecht. Partijen mogen met elkaar overeenkomen wat ze willen, maar moeten daarbij de wet en de goede zeden in acht nemen.

Het is daarom in eerste instantie aan verhuurder en huurder om in onderling overleg te komen tot overeenstemming over een aanpassing van de huur.

Al vanaf het begin van de coronacrisis roept het Kabinet alle sectoren van de economie op om zo veel als mogelijk hun steentje bij te dragen aan de bestrijding van de gevolgen van de crisis.

Haakje voor de huurder

De huurder vindt in artikel 207 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een argument voor huurkorting. Dit artikel bepaalt dat de huurder vermindering van de huur kan vorderen als sprake is van vermindering van het huurgenot door een gebrek.

Daarnaast kan de huurder een beroep doen op onvoorziene omstandigheden. Artikel 258 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek maakt het mogelijk dat de rechter de huurovereenkomst dan geheel of gedeeltelijk ontbindt.

Verweer door de verhuurder

De verhuurder kan artikel 75 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in stelling brengen. Dit houdt in dat hem het gebrek niet kan worden toegerekend omdat sprake is van overmacht.

Overigens zijn veel huurovereenkomsten gebaseerd op de modellen van de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ). Deze modellen sluiten vermindering van de huurprijs uit. De huurder lijkt dan aangewezen op het inroepen van redelijkheid en billijkheid.

Rechter

Als huurder en verhuurder er samen niet uitkomen, kan de gang naar de rechter worden gemaakt. Inmiddels ligt er een aantal een aantal uitspraken in kort gedingen. Met wisselende resultaten.

Andere artikelen