Geen margeregeling door administratieve gebreken

Gepubliceerd op: 3 maart 2021

Aan een goede administratie worden best hoge eisen gesteld. Niet alleen voor het bewijs dat de juiste bedragen aan belasting zijn afgedragen. Ook om specifieke fiscale regelingen te mogen toepassen.

Geen margeregeling

Daar komt een ondernemer achter, die in het kader van de BTW gebruik maakte van de margeregeling, met globalisatieregeling. Hof Amsterdam heeft namelijk beslist dat deze regelingen niet kunnen worden toegepast omdat de ondernemer de administratie niet op orde heeft. In de cassatieprocedure heeft de Advocaat-Generaal inmiddels geconcludeerd dat het Hof gelijk heeft. Het laatste woord is echter uiteraard aan de Hoge Raad.

De margeregeling houdt in dat de BTW niet is verschuldigd over de verkoopprijs van het verkochte goed, maar uit de marge. De marge is het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs van het goed. De margeregeling kan worden toegepast door wederverkopers van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten.

Ondernemers die de globalisatieregeling toepassen, bepalen de marge niet per individueel margegoed, maar per BTW-tijdvak.

Administratie

Voor de BTW wordt geëist dat de onderneming op zodanig duidelijke en overzichtelijke wijze, met vermelding van zodanige bijzonderheden, administreert, dat aan de hand daarvan de over elke tijdvak verschuldigde belasting kan worden vastgesteld. Je vindt dit in lid 5 van artikel 31 van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968. Deze verplichting geldt naast de algemene administratieplicht van artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen.

De gebreken in de administratie, waarop het Hof haar beslissing baseert, zijn:

  • te summiere of vervalste inkoopbonnen;
  • het niet regelmatig bijhouden van de kasontvangsten;
  • en het niet adequaat administreren van de goederenstroom.

Voor de toepassing van de globalisatieregeling had de ondernemer toestemming van de Belastingdienst moeten vragen. Dat die toestemming was verleend, kon niet worden bewezen.

Ook voor

De specifieke administratieverplichtingen voor de BTW gelden ook voor:

  • aan en door de ondernemer verrichte leveringen van goederen en verleende diensten;
  • door de ondernemer verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen;
  • het betrekken van door de ondernemer ingevoerde goederen;
  • het verzenden of afleveren van door de ondernemer voor uitvoer uit de Unie of opslag in een entrepot bestemde goederen.

 

Andere artikelen