Buitenlandse vakantiewoning in de IB-aangifte

Gepubliceerd op: 9 februari 2016

vakantiewoning Italie voorkoming VWGNijhof

De regels van het internationale belastingrecht zijn vaak complex en verschillen per land. Ten aanzien van onroerend goed, dat niet tot het vermogen van een onderneming behoort (bijvoorbeeld een vakantiewoning in het buitenland), valt dat echter wel mee. Daarvoor is namelijk het situsbeginsel algemeen aanvaard en op grond van dat beginsel wordt onroerend goed belast daar waar het gelegen is.

Vakantiewoning

De in Frankrijk gelegen vakantiewoning van iemand die in Nederland woont, wordt (uiteindelijk) dan ook niet in Nederland belast. De waarde van de woning moet wel in de aangifte inkomstenbelasting tot de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) worden gerekend, maar op grond van het belastingverdrag verleent Nederland vervolgens een vermindering voor de over de buitenlandse vakantiewoning berekende inkomstenbelasting (aftrek elders belast). Deze aftrek wordt niet spontaan door de Belastingdienst verleend. Er moet in de aangifte inkomstenbelasting expliciet een beroep op worden gedaan.

Netto methode

Als het buitenlandse onroerend goed met een schuld is gefinancierd, wordt de aftrek elders belast verleend voor het saldo van de waarde van het onroerend goed en de schuld. Al in 2006 besliste de Hoge Raad voor een in Frankrijk gelegen vakantiewoning dat deze netto methode moet worden toegepast.

Italië

Voor een in Italië gelegen vakantiewoning besliste Hof Amsterdam in december 2015 hetzelfde. Specifiek voor het belastingverdrag met Italië was van belang dat een bepaling in het protocol volgens het Hof niet gold voor belastingen naar het inkomen. Op grond van die bepaling moeten alleen schulden, die zijn verzekerd door hypotheek, worden gesaldeerd voor de berekening van de aftrek elders belast.

Andere artikelen