De Belastingdienst heeft ruim 10.000 bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2013 ontvangen. Deze bezwaren betreffen de vraag of de forfaitaire heffing in box 3 over spaartegoeden in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (het EVRM). De heffing in box 3 gaat nog steeds uit van een forfaitair rendement van 4%, terwijl het daadwerkelijke rendement op spaartegoeden inmiddels al een aantal jaren ruim beneden 4% ligt.
Gezien het grote aantal bezwaarschriften en de verwachting dat ook voor het jaar 2014 een groot aantal bezwaarschriften zal worden ingediend, heeft de Belastingdienst de procedure voor massaal bezwaar van toepassing verklaard. Dat betekent dat de (eind)uitspraken van de belastingrechter in de nog aan te wijzen (proef)procedures gelden voor alle aanslagen die op de dagtekening van het besluit (26 juni 2015) nog niet onherroepelijk waren, ook als er niet of niet tijdig (pro forma) bezwaar tegen is ingediend. Uiteraard geldt dit alleen voor de in het besluit geformuleerde rechtsvraag. Belastingplichtigen die andere geschilpunten aan de orde willen stellen, moeten nog steeds individueel tijdig bezwaar indienen.
Onderdeel van de voorstellen van het Kabinet om de komen tot een belastinghervorming is dat het forfaitaire rendement in box 3 wordt vastgesteld per (soort) vermogenstitel. Door het afbreken van het overleg over de belastinghervorming is onduidelijk of deze wijziging zal worden ingevoerd.