Bezwaar maken tegen vaststelling NOW

Gepubliceerd op: 15 juni 2021

Minister Koolmees heeft in antwoorden op Kamervragen een aantal voorbeelden gegeven waarin bezwaren tegen de definitieve vaststelling van de NOW-subsidie worden toegekend.

Korting

De voorbeelden betreffen de eerste subsidieperiode van de NOW (de periode maart, april en mei 2020). Het gaat om gevallen waarin bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt gekort doordat de loonsom in januari 2020 hoger is dan in de referentieperiode voor de subsidie (de referentieperiode is maart/april/mei 2020, tenzij de aanvrager er voor heeft gekozen deze periode met één of twee maanden op te schuiven).

Voorwaarde voor de subsidie is namelijk dat de werkgever het loon van de werknemers doorbetaalt. Wie dat niet heeft gedaan, loopt aan tegen een korting op de subsidie.

Extra loon in januari

Veel werkgevers betalen hun werknemers juist in januari extra loon. Daardoor is het loon over die maand hoger, terwijl de werkgever het loon wel volledig heeft doorbetaald. Het UWV gaat uit van de in de salarisadministratie verwerkte informatie. Maar daaruit kunnen lang niet altijd de extra loonbestanddelen worden gezeefd. De subsidie wordt dan ten onrechte gekort.

De Minister geeft de volgende voorbeelden, waarin bezwaren gegrond zijn verklaard.

  • De werknemer heeft in januari een bonus ontvangen.
  • In januari is een bonus uitgekeerd, zijn kilometervergoedingen (niet-premievrij) nabetaald en is vakantiegeld nabetaald aan een werknemer die in 2019 is vertrokken.
  • Werknemers hebben in januari overuren, die zijn gemaakt in 2019, uitbetaald gekregen.

Andere artikelen