Met ingang van oktober 2022 moeten ondernemers hun coronaschulden aflossen aan de Belastingdienst. We zetten de regels die daarbij gelden voor je op een rij. Deze factsheet kun je ook in pdf-format raadplegen.
Coronaschulden
Ondernemers met coronaschulden ontvangen van de Belastingdienst een opgaaf van deze schulden. In deze opgaaf staan de instructies over de wijze waarop de betaling van de aflossingen moet plaatsvinden.
Betalingsregeling
De ontvanger van de Belastingdienst verleent voor deze coronaschulden uitstel van betaling tot 1 oktober 2027 op de volgende voorwaarden.
- De schulden worden afgelost in 60 gelijke maandelijkse termijnen (5 jaar). De uiterste betaaltermijn van de eerste termijn is 31 oktober 2022 en vervolgens telkens een maand later.
- De ondernemer houdt zich stipt aan alle nieuw opkomende fiscale verplichtingen. Dit houdt in tijdig juiste aangiften indienen en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen tijdig en volledig nakomen.
Als een ondernemer niet (meer) voldoet aan deze voorwaarden kan de ontvanger de betalingsregeling weigeren of beëindigen. Voordat de ontvanger dit doet, stelt hij de ondernemer in de gelegenheid om alsnog binnen 14 dagen aan de voorwaarden te voldoen.
Tenminste eenmaal per half jaar stelt de ontvanger de ondernemer schriftelijk op de hoogte van de afboekingen van de betalingen die de ondernemer heeft gedaan.
Aanvullende goedkeuringen
In aanvulling op de hiervoor beschreven regels zijn de volgende goedkeuringen verleend:
- verlengen betalingsregeling;
- aflossing in kwartaaltermijnen;
- betaalpauze.
Verlengen betalingstermijn
Op verzoek van de ondernemer kan de betalingsregeling worden verlengd tot uiterlijk 1 oktober 2029 (7 in plaats van in 5 jaren).
Daarvoor geldende de volgende voorwaarden.
- De verlenging is noodzakelijk en haalbaar.
- De totale belastingschuld waarvoor de betalingsregeling geldt, bedraagt op het moment van het verzoek € 10.000 of meer.
- Er is geen sprake van een openstaande belastingschuld die op of voor 12 maart 2020 betaald had moeten zijn, waarvoor dwanginvordering was opgestart en waarvoor op 12 maart 2020 geen uitstel van betaling liep.
- Er is geen sprake van openstaande belastingen die op of na 1 april 2022 betaald hadden moeten zijn, tenzij daarvoor uitstel van betaling loopt.
Aan het verzoek worden de volgende eisen gesteld.
- Schriftelijk en gemotiveerd.
- Er moet een liquiditeitsprognose voor de 24 maanden volgend op het indienen van het verzoek worden bijgevoegd waaruit de aflossingscapaciteit van de ondernemer blijkt.
- Als de totale belastingschuld ten tijde van het verzoek om verlenging € 50.000 of meer bedraagt, gelden twee aanvullende voorwaarden:
- de ondernemer moet de jaarstukken van de 3 laatste boekjaren overleggen;
- de ondernemer moet een verklaring van een deskundige derde overleggen, die verklaart dat de noodzaak en haalbaarheid van de verlenging aannemelijk is en dat er geen indicaties zijn dat de onderneming niet levensvatbaar is.
Het verlengen van de betalingstermijn heeft tot gevolg dat meer invorderingsrente is verschuldigd.
Aflossing in kwartaaltermijnen
De ontvanger kan op verzoek toestaan dat de betalingsregeling in gelijke kwartaaltermijnen wordt afgelost.
De uiterste betaaldatum van de eerstvolgende betalingstermijn is dan de laatste dag van het kalenderkwartaal waarin het verzoek wordt ingediend en vervolgens telkens een kwartaal later.
Daarvoor gelden de volgende voorwaarden.
- Schriftelijk en gemotiveerd verzoek.
- Uit de motivering moet de noodzaak blijken.
- Er zijn geen openstaande belastingen die op of na 1 april 2022 betaald hadden moeten zijn, tenzij daarvoor uitstel van betaling loopt.
Betaalpauze
De ontvanger kan op verzoek eenmalig een betaalpauze van maximaal 6 aaneengesloten maandtermijnen/2 generieke kwartaaltermijnen toestaan.
Daarvoor gelden de volgende voorwaarden.
- De ondernemer moet aannemelijk maken dat hij voor een korte periode aflossingsproblemen verwacht.
- Er zijn geen openstaande belastingen die op of na 1 april 2022 betaald hadden moeten zijn, tenzij daarvoor uitstel van betaling loopt.
De betaalpauze verlengt niet de termijn van de betalingsregeling (de 60 of 84 maanden). Dat betekent dat na de betaalpauze de termijnbedragen worden verhoogd. Dit heeft tevens tot gevolg dat meer invorderingsrente is verschuldigd.
Combineren
Als aan alle voorwaarden is voldaan, kunnen het verlengen van de betalingsregeling, kwartaalaflossingen en betaalpauze worden gecombineerd.
Extra aflossing
Uiteraard is het toegestaan om tijdens de looptijd van de betalingsregeling een extra aflossing te doen.
Een extra aflossing verlaagt niet het termijnbedrag, maar verkort de looptijd van de betalingsregeling.
Het is wel mogelijk om de ontvanger schriftelijk te verzoeken om na een extra aflossing het termijnbedrag te verlagen.
Verzoeken
De schriftelijke verzoeken moeten worden ingediend bij:
Belastingdienst
Postbus 100
6400 AC Heerlen
De ontvanger beslist in beginsel binnen 8 weken na ontvangst van deze verzoeken.
De Belastingdienst vermeldt op haar website dat in afwachting van de beslissing op een verzoek de betalingen kunnen worden gedaan overeenkomstig het verzoek. Indien het verzoek wordt afgewezen, moet de dan opgelopen betalingsachterstand wel direct worden ingehaald.
Invorderingsrente
Gedurende de betalingsregeling is over de openstaande belastingschulden invorderingsrente verschuldigd.
Deze notitie is bedoeld om een regeling in grote lijnen uiteen te zetten. Met het oog op de leesbaarheid zijn zaken daarom vereenvoudigd weergegeven. VWG is daarom niet aansprakelijk voor de gevolgen van handelingen die naar aanleiding van deze notitie wel of niet zijn uitgevoerd.