De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 beslist dat de belasting in box 3 maximaal is verschuldigd over het daadwerkelijk behaalde inkomsten uit sparen en beleggen (Kerstarrest). Staatssecretaris Van Rij beschrijft in een Kamerbrief de gevolgen van dit arrest voor de lopende processen van de Belastingdienst.
Aangifte 2021
Met dit arrest wordt in het aangifteprogramma 2021 nog geen rekening gehouden. Omdat de politieke besluitvorming nog niet is afgerond, konden de gevolgen van het arrest niet worden verwerkt in de ICT-systemen van de Belastingdienst. De aangiftecampagne 2021 is vandaag wel gewoon van start gegaan.
Alle burgers wordt gevraagd om op de gebruikelijke manier hun aangifte inkomstenbelasting over 2021 te doen. Bij het vaststellen van de aanslag houdt de Belastingdienst rekening met de gevolgen van het arrest van de Hoge Raad. De aangiften waarin box 3 is verwerkt, worden door de Belastingdienst apart gehouden totdat automatisering zodanig is aangepast dat aanslagen worden opgelegd waarin rekening wordt gehouden met het arrest. Deze aanslagen zullen waarschijnlijk later worden opgelegd dan de gebruikelijke datum van 1 juli 2022. Wanneer bij indiening van de aangifte ná 1 mei 2022 een bedrag aan belasting moet worden betaald, wordt wel belastingrente (4% per jaar) berekend.
De Belastingdienst onderzoekt nog hoe wordt omgegaan met belastingplichtigen die:
- achteraf bezien in hun aangifte van 2021 niet hebben gekozen voor de ideale verdeling van het gezamenlijke inkomen en het box 3-vermogen;
- door de toepassing van het arrest achteraf bezien een lagere drempel voor aftrek van ziektekosten en giften hebben.
VA 2022
Omdat het belangrijk is dat burgers die recht hebben op een teruggaaf van inkomstenbelasting zijn de voorlopige aanslagen inkomstenbelasting over 2022 gewoon opgelegd. Een andere reden daarvoor is dat belastingplichtigen die inkomstenbelasting moeten betalen, in de gelegenheid moeten worden gesteld om gespreid over 2022 te betalen. Onjuistheden in deze voorlopige aanslagen worden hersteld in de definitieve aanslagen.
Invorderingspauze
De Belastingdienst biedt een invorderingspauze aan burgers die de voorlopige aanslag over 2022 deels niet willen betalen. Deze invorderingspauze houdt in dat geen (dwang)invorderingsmaatregelen, zoals betalingsherinneringen en aanmaningen, worden genomen wanneer de voorlopige aanslag 2022 (deels) niet wordt betaald. De invorderingspauze duurt totdat de definitieve aanslag wordt opgelegd, waarin de gevolgen van het arrest zijn verwerkt. De Kamerbrief vermeldt helaas niet hoe tijdens de invorderingspauze wordt omgegaan met de invorderingsrente (de genieter van de invorderingspauze ontvangt hierover een brief van de Belastingdienst).
Burgers met een aanslag waarin geen sprake is van box 3-inkomen, komen niet in aanmerking voor de invorderingspauze. Wanneer deze burgers de betalingen op de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 niet tijdig doen, ontvangen zij één brief waarin wordt gemeld dat de invorderingspauze wordt beëindigd en waarin de te betalen termijnen worden vermeld.