Afgelopen week is het Belastingplan 2015 weer uitgebreid aan de orde geweest in de Vaste Kamercommissie voor Financiën. Heel veel nieuws over de werkkostenregeling (WKR) heeft dat helaas niet opgeleverd. Duidelijk is dat we moeten afwachten welke resultaten uit het nu lopende politieke gesteggel komen. De inzet van de pers wordt daarbij niet geschuwd. Deze week verschenen diverse artikelen waarin vaak met veel misbaar werd gemeld hoe onredelijk bepaalde in het wetsvoorstel gemaakte keuzes uitpakken voor werkgever en/of werknemer.
Afgelopen vrijdag heeft Staatssecrataris Wiebes van Financiën de laatste vragen van de leden van de kamercommissie schriftelijk beantwoord. Hij legt nog eens uit waarom keuzes zijn gemaakt, zoals ze zijn gemaakt. Maar de keuzes wijzigen, is wat hem betreft niet aan de orde. Als de politiek dat toch wil, zal het daarmee gemoeide budgettaire beslag ergens anders moeten worden goedgemaakt.
Wiebes benadrukt opnieuw dat het criterium van de werkplek nodig is om onderscheid te kunnen aanbrengen tussen verschillende naturavoorzieningen. Voor zover die op de werkplek worden gebruikt, worden ze op nihil gewaardeerd. Het is praktisch niet uitvoerbaar om het privégebruik en dus de waarde te bepalen van het individuele privévoordeel van op de werkplek genoten voorzieningen. De achtergrond van de nihilwaardering is dan ook vooral praktisch van aard.
De waarde van de parkeerplaats op de werkplek is lastig te bepalen. Dat geldt niet voor een parkeerplaats elders (bij een klant of in een willekeurige parkeergarage) omdat dan vaak een factuur voor handen is. Daarom wordt de verstrekking van laatstgenoemde parkeerplaats belast (voor werknemers die rijden in een privé-auto), maar mag bij de werkplek onbelast worden geparkeerd.
Ten aanzien van de waardering van kantinemaaltijden (€ 3,15) wordt aangesloten bij voor de invoering van de WKR bestaande praktijk. Wiebes erkent dat de WKR hier geen vereenvoudiging brengt, maar is ook niet van plan die er alsnog te laten komen.
De vragen over de fietsregelingen heeft Wiebes eerder in de week al mondeling beantwoord. Ook hier ziet hij geen reden voor invoering van een specifieke faciliteit. Hij herhaalt de mogelijkheid om te werken met een renteloze personeelslening, die wordt afgelost met belastingvrije uitkering van reiskosten (€ 0,19 per kilometer zakelijk verkeer of woon-werkverkeer).
De problematiek rond de rente op personeelsleningen, die zijn gebruikt voor de eigen woning van de werknemer, wordt met voorbeelden uitgebreid en helder toegelicht. Maar voor de reparatiemaatregel moeten we toch echt wachten op het in 2015 in te dienen wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2015.
De concernreling voor stichtingen komt er hoogstwaarschijnlijk niet. Kamerlid Dijkgraaf had voorgesteld hiervoor aan te sluiten bij de fiscale eenheid BTW. Daarvoor ligt al een beschikking, zodat die situaties eenvoudig vast te stellen zijn. Het budgettaire beslag (€ 2 miljoen) en de extra uitvoeringskosten weerhouden de Staatssecretaris ervan deze regeling in te voeren.
Waarschijnlijk zal de Vaste Kamercommissie na de schriftelijke antwoorden van vrijdag de behandeling van het wetsvoorstel doorschuiven naar een plenaire zitting van de Tweede Kamer. Het is dan aan de politiek of één (of meer) van de lobbygroepen alsnog een faciliteit zal scoren en welke andere faciliteit(en) daar dan voor zal moeten boeten.