Op 30 oktober zijn de schriftelijke antwoorden van Staatssecretaris Wiebes verschenen op de vragen die zijn gesteld in het kader van de behandeling van het Belastingplan 2015 in de Vaste Kamercommissie voor Financiën. Uiteraard zaten hier ook vragen bij aangaande de werkkostenregeling (WKR).
Op de vragen of het nog mogelijk is iets te regelen voor de fiets blijft het antwoord ontkennend. Volgens Wiebes maakt maar 21% van de werkgevers gebruik van de huidige mogelijkheden voor een fietsregeling en tweederde van hen via een cafetariaregeling (de werknemer betaalt de fiets dan zelf). Bovendien kunnen werkgevers de fietsregeling continueren via de vrije ruimte van de WKR of kan via een onbelaste kilometervergoeding voor woon-werkverkeer een fiets van de zaak met een cafetariaregeling belastingvrij buiten de vrije ruimte worden gerealiseerd.
Ook op de vraag of een faciliteit voor het bedrijfsuitje en/of de bedrijfsborrel kan worden toegevoegd, is het antwoord negatief. Deze verstrekkingen moeten ten laste van de vrije ruimte. Dat geldt ook voor sociaal-maatschappelijke bedrijfsuitjes. Wel merkt Wiebes expliciet op dat reis- en verblijfkosten onder de desbetreffende vrijstelling mogen worden gerangschikt.
Bevestigd wordt dat de verstrekking van fitness op de werkplek onbelast is (op nihil wordt gewaardeerd). Voor werkgerelateerde fitness geldt een gerichte vrijstelling, ongeacht of de fitness plaatsvindt op de werkplek. Met werkgerelateerde fitness wordt bedoeld het onderhouden van fitheid die is vereist voor de uitoefening van de werkzaamheden. Ook fitness in verband met risico’s die de werkgever ziet voor de gezondheid van de werknemers en die hij met een gericht fitnessprogramma in zijn Arbobeleidsplan wil wegnemen, is gericht vrijgesteld (als arbovergoeding of -verstrekking). Andere fitness kan desgewenst, gewaardeerd op de factuurwaarde (inclusief BTW), in de vrije ruimte.
Net als bij de fitness wil Wiebes de onevenwichtigheid tussen parkeren op de werkplek (onbelast) en parkeren elders (belast, eventueel in de vrije ruimte) niet wegnemen. Hij acht dit, voor beide categorieën, praktisch niet uitvoerbaar.
Ook het pleidooi om het mogelijk te maken dat de werknemer de bedrijfskleding, waarvan de verstrekking op nihil wordt gewaardeerd omdat de kleding op de werkplek achterblijft, meeneemt om die thuis te reinigen, vindt geen genade bij de Staatssecretaris.
De al aangekondigde aanscherping in verband met de (mogelijke) tariefarbitrage met bonussen (hoge bonussen in de vrije ruimte of belasten tegen de 80% eindheffing die rust op het bedrag waarmee de vrije ruimte wordt overschreden) komt pas in het begin 2015 te verwachten wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2015.