Wint u een keer een prijs, betaalt u ook nog kansspelbelasting!

Gepubliceerd op: 23 februari 2017

kansspelbelasting VWGNijhof

Zo ook de belanghebbende in een zaak waarin Hof Arnhem-Leeuwarden onlangs uitspraak deed. Hij won in 2012 maar liefst € 3.501.699,60 in de Westdeutsche Lotterie. De Nederlandse fiscus hief in 2013 € 1.015.482 kansspelbelasting na.

Kansspelbelasting

Kansspelbelasting is onder andere verschuldigd door een gerechtigde tot prijzen uit kansspelen. Ook als de prijswinnaar in Nederland woont, maar de prijs in het buitenland wordt gewonnen, is deze belasting verschuldigd.

Vrijgesteld is een prijs die niet meer bedraagt dan € 449. Prijzen van dezelfde winnaar uit dezelfde trekking van dezelfde loterij worden daarvoor samengeteld.

De kansspelbelasting bedraagt 29% van de gewonnen prijs. Bij een binnenlandse loterij moet de organisator van de loterij de belasting inhouden op de prijs. De prijswinnaar ontvangt dan de prijs nadat daarop de kansspelbelasting in mindering is gebracht. De prijswinnaar merkt dan weinig van de op de prijs drukkende belasting.

Duitsland

In Duitsland werkt de belastingheffing op kansspelen anders. De Duitse deelstaten heffen een Lotteriesteuer van 162/3% van de totale verkoopwaarde van alle loten. Daarnaast wordt een Konzessionsbeitrag in rekening gebracht van 24% van de totale inleg. Dit bedrag is verschuldigd voor het bezit van de vergunning om het kansspel te mogen organiseren. Beide heffingen zijn verschuldigd door de organisator van het kansspel.

Dubbele kansspelbelasting

Uiteraard stelde de prijswinnaar bij de belastingrechter dat zijn prijs dubbel werd belast. En dat dit ongedaan moest worden gemaakt door de Nederlandse heffing van kansspelbelasting achterwege te laten.

Het Hof beslist echter dat geen sprake is van ongeoorloofde dubbele belastingheffing. De hoogte van de heffing in Duitsland was op geen enkele wijze afhankelijk van de hoogte van het prijzengeld of de samenstelling daarvan.

Ook het beroep op Europese regelgeving slaagde niet. Volgens het Hof is de 29% kansspelbelasting voor de prijswinnaar geen individuele en buitensporige last. De kansspelbelasting wordt immers geheven op grond van het buitenkansbeginsel.

Box 3

De gewonnen prijs behoort uiteraard ook tot het vermogen waarover de prijswinnaar inkomstenbelasting betaalt. De eerste peildatum waarop de in 2012 ontvangen prijs meetelt voor de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) is 1 januari 2013. De later in 2013 nageheven kansspelbelasting mag daarop niet in mindering worden gebracht. Belastingschulden mogen immers voor box 3 niet worden afgetrokken.

Dat geldt ook voor een prijs in de oudejaarsloterij. De Hoge Raad bevestigde in 2011 dat de prijs net op 31 december 2004 was gevallen. De prijs (het ging om ongeveer € 20 miljoen!) behoorde daarom volledig tot de rendementgrondslag van box 3 van 1 januari 2005. Dat betrof de prijs verminderd met de kansspelbelasting. Die moest immers worden ingehouden door de organisator van de oudejaarsloterij.

 

Andere artikelen