Het Ministerie van Financiën heeft het jaarlijkse overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de belastingen voor het nieuwe jaar gepubliceerd: het eindejaarsbericht.
Getalletjes
De bijlage bij dit bericht bevat een overzicht van de Fiscale parameters 2019 – 2022. Oftewel: alle getalletjes die in het kader van de berekening van de belastingen worden gehanteerd.
Inkomstenbelasting
In de inkomstenbelasting wijzigen de tarieven nauwelijks. Alleen het tarief waartegen de meeste aftrekposten worden geëffectueerd daalt: van 43% naar 40%. Maar dat is de doorwerking van een maatregel die al in 2020 is ingevoerd.
Het heffingvrije vermogen in box 3 wordt verhoogd van € 50.000 naar € 50.560 (per fiscaal partner). Het tarief blijft 31%. De rendementsschijven zijn als volgt:
Rendementsgrondslag (boven heffingvrij vermogen) | Rendement |
tot € 50.560 | 1,82% |
tussen € 50.560 en € 962.350 | 4,37% |
boven € 962.350 | 5,53% |
Op 24 december 2021 heeft de Hoge Raad voor de jaren 2017 en 2018 bepaald dat de heffing van inkomstenbelasting over het inkomen uit sparen en beleggen op basis van forfaitaire rendementen in strijd is met het Europese recht. Zie ons artikel Uitspraak Hoge raad box 3-heffing. Maximaal mag het daadwerkelijk behaalde rendement worden belast. Onduidelijk is nog hoe dit precies moet worden bepaald.
Vennootschapsbelasting
In de vennootschapsbelasting wijzigt het tarief wel. Dit betreft de verhoging van het tariefopstapje, het deel van het belastbaar bedrag waarvoor het lage tarief van 15% geldt, van € 245.000 naar € 395.000. En de verhoging van het hoge tarief van 25% naar 25,8%.
Met ingang van 2022 kunnen voorheffingen (dividendbelasting en kansspelbelasting) alleen nog worden verrekend met de verschuldigde vennootschapsbelasting. Wanneer de vennootschapsbelasting minder bedraagt dan de voorheffingen, wordt geen belasting meer terugbetaald. Niet-verrekende voorheffingen kunnen wel onbeperkt worden verrekend met in de toekomst verschuldigde vennootschapsbelasting.
Verliezen kunnen vanaf 2022 weer onbeperkt voorwaarts worden verrekend. Maar met de winsten boven € 1.000.000 wordt slechts 50% van de verliezen verrekend.
Loonbelasting
Belangrijkste wijziging in de loonbelasting is de introductie van de gerichte vrijstelling voor de vergoeding van thuiswerkkosten: € 2 per dag waarop thuis wordt gewerkt. Deze vergoeding mag niet cumuleren met een vergoeding of verstrekking van de kosten voor woon-werkverkeer.
De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) bedraagt in 2022: 1,18% (voor de loonsom tot € 400.000: 1,7%).
Auto
De bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak blijft 22% van de cataloguswaarde.
Voor emissievrije auto’s gaat de bijtelling omhoog van 12% in 2021 naar 16% in 2022. De lagere bijtelling geldt in 2021 voor de cataloguswaarde tot € 40.000 en in 2022 tot € 35.000. Het gewijzigde percentage geldt alleen voor nieuwe auto’s, aangezien het percentage dat geldt bij de eerste tenaamstelling van de auto gedurende 60 maanden van kracht blijft.
Vrijstellingen schenkbelasting
Veel mensen kijken uit naar de exacte bedragen van de vrijstellingen in het kader van de schenkbelasting:
Verkrijging door: | Vrijstelling 2021 | Vrijstelling 2022 |
Kinderen | € 6.604 | € 5.677 |
Kinderen 18-40 jaar (eenmalig) | € 26.881 | € 27.231 |
Kinderen 18-40 jaar (eenmalig voor studie) | € 55.996 | € 56.724 |
Kinderen 18-40 jaar (eenmalig voor woning) | € 105.302 | € 106.671 |
Overige | € 3.244 | € 2.274 |
Meer over de vrijstellingen en het tarief van de schenkbelasting vind je in onze factsheet Vrijstellingen schenkbelasting.
Van de vrijstelling voor eenmalige schenkingen aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar, te besteden aan de eigen woning (de jubelton), is in het Regeerakkoord van het nieuwe Kabinet aangegeven dat deze per 2024 wordt afgeschaft.