Werknemersopties vanaf 2023

Gepubliceerd op: 19 januari 2023

Om personeel aan de onderneming te binden of als extra beloning kiezen werkgevers ervoor om aan werknemers opties op aandelen toe te kennen.

Loon

De Wet op de loonbelasting is helder: “Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking … wordt genoten.”. Ook over de waarde van een werknemersoptie moet dan ook loonbelasting worden afgedragen. De werkgever geeft de loonbelasting aan en betaalt aan de fiscus. Maar het uitgangspunt is dat de belasting op de werknemer wordt verhaald. Als dat niet gebeurt, is de loonbelasting loon (en moet worden gebruteerd).

Om het toekennen van werknemersopties interessanter te maken, is met ingang van 2023 het moment aangepast, waarop de loonbelasting is verschuldigd.

Belastbaar moment

Tot en met 2022 moet de loonbelasting worden betaald op het moment waarop de optie wordt uitgeoefend of wordt vervreemd. De optie wordt uitgeoefend op het moment waarop de werknemer ervoor kiest om de optie in te ruilen voor de aandelen. Maar op dat moment beschikt de werknemer vaak niet over de middelen om de verschuldigde loonbelasting te betalen.

Daarom wordt het belastbaar moment bij het uitoefenen van opties met ingang van 2023 verlegd naar het moment waarop de op grond van de optie verkregen aandelen verhandelbaar zijn. Dat is het moment waarop de werknemer de mogelijkheid heeft om de aandelen te vervreemden, ongeacht of hij de aandelen ook daadwerkelijk verkoopt. De werknemer kan door de verkoop van (een deel van) de aandelen de middelen verkrijgen om de verschuldigde loonbelasting mee te betalen. Belast wordt de waarde van de aandelen in het economisch verkeer op het moment waarop de aandelen verhandelbaar worden.

Het heffingsmoment wordt niet verlegd wanneer de werknemer de opties vervreemdt omdat de loonbelasting dan kan worden voldaan uit de voor de opties verkregen koopsom. Belast wordt dan het met de vervreemding gerealiseerde voordeel.

Afwijken van de hoofdregel

De werknemer heeft de keuze om af te wijken van de hoofdregel. Wanneer de aandelen op het moment van het uitoefenen van het optierecht nog niet verhandelbaar zijn, mag toch al op dat moment worden afgerekend. Het te belasten loon wordt dan bepaald op de waarde in het economisch verkeer van de aandelen op het moment van het uitoefenen van de optierechten. Die waarde kan uiteraard lager zijn dan op de waarde op het moment waarop de aandelen verhandelbaar worden, maar daar staat tegenover dat de loonbelasting eerder moet worden betaald. De werknemer die wil afwijken van de hoofdregel moet deze keuze schriftelijk kenbaar maken aan de werkgever.

Andere artikelen