Op welk moment mag je studiekosten aftrekken in je aangifte inkomstenbelasting?
Indiase studente
Meestal maakt in de praktijk het antwoord op deze vraag niet zoveel uit. Voor een Indiase studente wel. Zij schreef zich op 22 augustus 2016 in de Basisregistratie Personen in op een Nederlands adres. Op 1 september 2016 begon zij met haar studie aan een Nederlandse universiteit, waarvoor ze al op 4 april 2016 het collegegeld had voldaan.
Aftrek
In haar aangifte inkomstenbelasting over 2016 trok de studente de € 15.000 aan collegegeld af onder de persoonsgebonden aftrekposten. Na verrekening van de drempel van € 250 ging het om een aftrekpost van € 14.750.
De Belastingdienst weigert de aftrek met de stelling dat het collegegeld niet is betaald in de periode waarin de studente (binnenlands) belastingplichtig is in Nederland (maar al daarvoor). Haar belastingplicht start pas op het moment waarop haar woonplaats in Nederland komt te liggen (22 augustus 2016) en ze heeft al begin april 2016 betaald.
Betalen
Persoonsgebonden aftrekposten moeten worden afgetrokken op het tijdstip waarop ze worden betaald, verrekend, ter beschikking gesteld of rentedragend worden. De studente stelde dat ze in april een depotstorting bij de universiteit had gedaan, die pas werd verrekend toen het studiejaar aanving.
De Rechtbank Den Haag gaat daar niet in mee. Uit niets blijkt dat de studente het gestorte bedrag van de universiteit kon terugvorderen, anders dan door zich uit te schrijven voor haar studie. Uit informatie van de universiteit bleek ook dat het collegegeld direct na ontvangst wordt geregistreerd als ontvangen collegegeld en wordt afgeboekt op de vordering op de studente.
Non discriminatie
Ook een beroep het non-discriminatiebeginsel, dat is opgenomen in het belastingverdrag tussen Nederland en India, biedt de studente geen soelaas. De Rechtbank stelt namelijk vast dat een onderdaan van Nederland in dezelfde omstandigheden (terugkeren naar Nederland na woonachtig te zijn geweest in India) op exact dezelfde wijze zou zijn behandeld. Van discriminatie op basis van nationaliteit is daarom geen sprake.