Vrijwilligers kunnen belastingvrij worden “beloond”. Maar de toepassing van de vrijwilligersregeling kent strikte voorwaarden. Wij lichten deze voorwaarden toe in onze factsheet over de vrijwilligersregeling. Uit recente rechtspraak blijkt dat ook de belastingrechter deze voorwaarden strikt toepast.
Vacatievergoeding
Zo ook in de uitspraak van de Rechtbank Zuid-West-Brabant. Belanghebbende in deze zaak is secretaris van een stichting. Voor het bijwonen van vergaderingen ontvangt hij een vacatiegeld van € 520 per vergadering. In 2013 woont hij 4 vergaderingen bij. Op de bruto vergoeding van € 2.080 houdt de stichting € 1.082 aan loonheffingen in. De secretaris ontvangt de netto vacatievergoeding van €€ 998.
Vrijwilligersregeling
In zijn aangifte inkomstenbelasting voor 2013 geeft belanghebbende € 580 als inkomen uit werk en woning (box 1). Van de totale vergoeding van € 2.080 merkt hij € 1.500 aan als niet belast op grond van de vrijwilligersregeling.
De Belastingdienst wijkt af van de ingediende aangifte. In de aangifte wordt de volledige bruto vergoeding van € 2.080 tot het belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) gerekend.
Geen bron
Volgens de secretaris vormde zijn werk voor de stichting geen bron van inkomen. Ter zitting heeft hij aangegeven dat het werk voor de stichting hem ongeveer 100 heeft gekost. Hij heeft i het kader van het werk geen onkosten gemaakt.
De Rechtbank stelt vast dat de ontvangen vergoeding bruto circa € 20 per uur bedraagt. Een dergelijke vergoeding acht de Rechtbank in verhouding tot het tijdsbeslag en de aard van de verrichte werkzaamheden. Daarom is wel sprake van een bron van inkomen.
Partiële toepassing
Om de vrijwilligersregeling te te passen, mag de vergoeding niet meer bedragen dan € 150 per maand en € 1.500 per jaar. De Rechtbank bevestigt dat daarvoor de bruto vergoeding beslissend is. De ontvangen bruto vergoeding van € 2.080 overschrijdt deze drempel.
De Rechtbank bevestigt ook dat het niet mogelijk is om de vrijwilligersregeling partieel toe te passen. Het is niet mogelijk om een vrijwilliger belastingvrij € 1.500 en het meerdere (in dit geval € 580) belast te laten ontvangen. Bij overschrijding van de drempels wordt de totale vergoeding belast.
Vertrouwensbeginsel
Uiteraard stelt de secretaris ook dat de Belastingdienst geen opmerkingen heeft gemaakt over zijn aangifte van eerdere jaren. Ook in 2012 ontving hij een vergoeding van de stichting. De Rechtbank beslist dat de enkele omstandigheid dat de Belastingdienst de aangifte zonder vragen heeft gevolgd, niet voldoende is voor een succesvol beroep op het vertrouwensbeginsel. Daar komt bij dat in het jaar 2012 de van de stichting ontvangen vergoeding slechts € 1.040 bedroeg en dus binnen de vrijwilligersregeling bleef.
Sjoemelen
Overigens beschuldigde belanghebbende de inspecteur ook van “sjoemelen”. De Rechtbank ziet het gaandeweg de procedure aanpassen van het standpunt van de inspecteur echter niet als ongeoorloofd handelen. Bijstelling van het standpunt naar gelang hetgeen belanghebbende inbrengt, is een logisch gevolg van hetgeen in een procedure van de inspecteur wordt verwacht.
Op kasbasis
Dezelfde rechtbank besliste enige tijd geleden dat de vrijwilligersregeling op kasbasis werkt. We beschrijven deze uitspraak in een eind vorig jaar gepubliceerd artikel.