Binnenkort komt er duidelijkheid of in de loonbelasting een nieuwe gerichte vrijstelling wordt ingevoerd voor de aflossing van studieschulden.
Dat schrijft demissionair Staatssecretaris van Financiën Van Oostenbruggen naar aanleiding van Kamervragen. Diverse ondernemingen bieden in het kader van hun personeelswerving aan om (fiscaal vriendelijk) de studieschuld van hun werknemers af te lossen (het kenmerk van de Kamerbrief bij de antwoorden luidt: “Beantwoording Kamervragen CDA over het lokken van jonge werknemers met een studieschuldregeling“). Het gaat dan uiteraard om de schulden bij DUO.
Vrije ruimte
Aflossing van studieschulden kan op dit moment echter alleen zonder heffing van loonbelasting voor zover dit past binnen de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Die ruimte bedraagt voor 2025: 1,18% van de loonsom, met dien verstande dat de vrije ruimte over de eerste € 400.000 aan loonsom 2% bedraagt.
Het spreekt voor zich dat met aflossingen van studieschulden de vrije ruimte al snel volledig zal zijn benut. Uiteraard kan de werkgever de aflossing op een studieschuld dan nog steeds toerekenen aan de vrije ruimte. De werkgever is dan over het bedrag waarmee de vrije ruimte wordt overschreden loonbelasting verschuldigd. Die bedraagt 80% van het bedrag waarmee de vrije ruimte wordt overschreden. Deze belasting wordt geheven in de vorm van eindheffing, wat inhoudt dat de belasting volledig voor rekening van de werkgever komt (niet op de werknemer wordt verhaald).
Gerichte vrijstelling
Als een gerichte vrijstelling zou worden ingevoerd, zou een door de werkgever verstrekte aflossing op de studieschuld van een werknemer vrijgesteld zijn van loonbelasting, zonder dat dit ten laste van de vrije ruimte komt. De Staatssecretaris erkent de voordelen van het (versneld) aflossen van studieschulden. Maar hij merkt ook op dat het invoeren van een gerichte vrijstelling niet past binnen de doelstelling van de werkkostenregeling. De werkkostenregeling heeft namelijk als doel om vergoedingen en verstrekkingen met een zakelijk karakter buiten de heffing van loonbelasting te houden. Voorwaarde om te komen tot invoering van een gerichte vrijstelling voor aflossing op studieschulden is, uiteraard, dat hiervoor dekking wordt gevonden binnen de rijksbegroting.