Voorziening voor toekomstige transitievergoedingen

Gepubliceerd op: 2 mei 2019

Als je werknemers ontslaat, moet je ze meestal de transitievergoeding betalen. Mag je voor in de toekomst te verwachten transitievergoedingen een voorziening vormen? De Rechtbank Noord-Nederland vindt van niet. De ondernemer in deze zaak doet echter niet voldoende zijn best om de voorziening te onderbouwen.

Criteria voor een voorziening

De rechtbank toetst de in de aangifte vennootschapsbelasting van de ondernemer opgevoerde voorziening, aan de drie criteria uit het alom bekende baksteenarrest:

  • vinden de uitgaven hun oorsprong in feiten of omstandigheden, die zich in de periode voorafgaande aan de balansdatum hebben voorgedaan?
  • kunnen de toekomstige uitgaven ook overigens aan die periode worden toegerekend?
  • bestaat ter zake van de uitgaven een redelijke mate van zekerheid dat ze zich zullen voordoen?

Redelijke mate van zekerheid

De rechtbank oordeelt dat de ondernemer niet voldoende heeft onderbouwd dat er een redelijke mate van zekerheid is dat de uitgaven zich zullen voordoen. Het enige argument dat de ondernemer daar voor opvoert, is dat de maatschappelijke ontwikkeling laat zien dat werknemers niet hun hele leven bij dezelfde werkzaam zijn.

Het spreekt voor zich dat de rechtbank op basis van alleen dit argument de vorming van de voorziening terecht weigert. De ondernemer moet onderbouwen dat er in de toekomst werknemers onvrijwillig zouden moeten vertrekken. Alleen dan is immers de transitievergoeding verschuldigd.

Tariefverlaging

In het kader van de vennootschapsbelasting is het vormen van een voorziening in 2018 en 2019 extra interessant. De tarieven van deze belasting zullen immers dalen. Toekomstige kosten kunnen vanzelfsprekend beter tegen de hogere actuele tarieven van de winst worden afgetrokken.

Winst Tarief 2018 Tarief 2019 Tarief 2020 Tarief 2021
tot € 200.000 20% 19% 16,5% 15%
boven € 200.000 25% 25% 22,55% 20,5%

Dit belang zal ongetwijfeld betekenen dat de vorming van voorzieningen extra de aandacht van de Belastingdienst krijgt. Het is zaak om zowel de vorming als de hoogte van een voorziening zo goed mogelijk te onderbouwen.

Andere artikelen