Voorjaar 2025

Gepubliceerd op: 24 april 2025

Het voorjaar 2025 is voorzichtig van start gegaan. We hebben al wat mooie zonnige dagen mogen genieten. Inmiddels heeft het Kabinet ook de jaarlijkse voorjaarsnota gepubliceerd. Wat je van al deze maatregelen vindt, is een politieke vraag, waarvan wij wegblijven. Wij beperken ons tot het kort aanstippen van een aantal fiscale maatregelen uit de voorjaarsnota 2025, met de constatering dat het politieke gejojo het voor ons wel lastig maakt om jou van gedegen consistente adviezen te voorzien, die meerdere jaren houdbaar blijven.

Box 3

Direct in het oog springen de plannen met box 3. Dat is de box waarin het inkomen uit sparen en beleggen met inkomstenbelasting wordt belast. De eerder al gesuggereerde verhoging van het forfaitaire rendement waartegen overige bezittingen worden belast, wordt met ingang van het heffingsjaar 2026 ingevoerd. Op basis van het huidige forfaitaire rendement van 5,88%, zou het forfaitaire rendement in 2026 7,66% gaan bedragen (een stijging met 1,78%-punt). De enige onderbouwing voor deze stijging is dat geld nodig is voor de dekking van andere maatregelen.

Een ander wijziging ten aanzien van box 3 is de verlaging van het heffingvrije vermogen van (per fiscaal partner) € 57.804 in 2025 naar € 51.396.

Met deze hogere box 3-heffing moet het gat worden gedekt, dat ontstaat wanneer mensen een beroep gaan doen op de Wet tegenbewijsregeling box 3. Zie ons artikel Tegenbewijsregeling box 3.

Het tarief voor box 3 blijft ongewijzigd: 36%.

Meewerk- en stakingsaftrek

Voor ondernemers in de inkomstenbelasting wordt de meewerkaftrek afgeschaft. Die aftrek kan worden geclaimd door een ondernemer die aan het urencriterium voldoet en van wie de fiscaal partner minstens 525 uren meewerkt in de onderneming. De mogelijkheid om de fiscaal partner een meewerkbeloning toe te kennen, blijft wel bestaan.

Ondernemers die hun onderneming staken, mogen op de stakingswinst de stakingsaftrek in mindering brengen. De stakingsaftrek mag iedere ondernemer één keer in zijn of haar leven toepassen en bedraagt op dit moment € 3.630. Dit bedrag wordt met ingang van 2027 verlaagd naar € 908 en vanaf 2030 afgeschaft.

BTW

Het terugdraaien van de (nog niet ingegane) verhoging van het BTW-tarief op cultuur, media en sport was al aangekondigd en wordt in de voorjaarsnota definitief gemaakt. De ervoor benodigde dekking (een slordige € 1,3 miljard) wordt gevonden in het voor 2026 niet volledig doorvoeren van de inflatiecorrectie in de tarieven van de inkomstenbelasting.

Logies verhuizen per 1 januari 2026 wel van het verlaagde BTW-tarief van 9% naar het algemene tarief van 21%. Bij boekingen in 2025 voor overnachtingen in 2026 moet al rekening worden gehouden met het tarief van 21%.

Opmerkelijke belastingconstructies

Aan de vorig jaar samengestelde lijst van opmerkelijk belastingconstructies worden 5 constructies toegevoegd.

  • Vruchtensappen met een “vleugje zuivel”, waarmee de verbruiksbelasting alcoholvrije dranken wordt ontlopen. Voorgesteld wordt om de vrijstelling van die belasting alleen te laten gelden voor pure zuiveldrankjes, zoals magere, halfvolle en volle melk.
  • In het zicht van het overlijden van een van de echtgenoten de gerechtigdheid tot het vermogen van de huwelijksgemeenschap wijzigen, om heffing van erfbelasting en inkomstenbelasting te ontgaan en/of uit te stellen. Voorgesteld wordt om erf- of schenkbelasting te heffen wanneer een gerechtigde tot een huwelijksgoederengemeenschap meer verkrijgt dan 50% van die gemeenschap.
  • Onbelaste toegang tot lijfrentekapitaal (deze constructie wordt in de bijlage bij de voorjaarsnota niet toegelicht).
  • Samenwerkingsverbanden ondernemer met eigen BV: om de ondernemersfaciliteiten (MKB-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek) te genieten op het in winst getransformeerde “loon” van de DGA. Gedacht wordt aan het ontzeggen van deze faciliteiten wanneer de BV deel uitmaakt van de maatschap of vennootschap onder firma waarin ook haar directeur-grootaandeelhouder participeert.
  • Lucratief belangregeling, die met name speelt in private equity-structuren.

Andere artikelen