Leidt dit tot fiscale voordelen of anonimisering?
Anonimiseren van vermogen en voorkoming/vermindering van belastingheffing zijn actuele onderwerpen. Om belasting te besparen kan vermogen bijvoorbeeld worden ondergebracht in een besloten vennootschap, ook wel een spaar-bv genoemd (zie ook: Spaargeld toch maar de bv in). Voor anonimisering zal men waarschijnlijk gebruik kunnen maken van een cv (meer info vind je in ons artikel: De CV, anonimisering of ontwijken van belasting).
Maar hoe zit het met de stichting?
Uitspraak van het Hof
Recent heeft Hof Den Haag besloten dat het vermogen van een stichting niet kon worden toegerekend aan de bestuurder(s). De stichting was niet fiscaal transparant en er was geen sprake van een afgescheiden vermogen.
De feiten waren als volgt. Een vrouw had een stichting opgericht die het doel had om onderwijs in moderne talen te bevorderen. De stichting had vier panden in haar bezit, die zij verhuurde. De vrouw was samen met haar zoon bestuurder. Na het overlijden van de vrouw, in 2013, werd haar zoon samen met haar kleinzoon bestuurder. Zoon huurde één van de panden van de stichting. De inspecteur is van mening dat het vermogen van de stichting in 2012 toegerekend kan worden aan de zoon.
Volgens het Hof is niet aannemelijk gemaakt dat de zoon feitelijke beschikkingsmacht had over het vermogen van de stichting, als het ware zijn eigen vermogen. Hoewel het bestuur bestond uit familieleden, betekende dit nog niet dat het bestuur niet onafhankelijk was. Niet bewezen was dat het bestuur vrijelijk over de in de stichting aanwezige inkomens- en vermogensbestanddelen kon beschikken. De stichting kon dus niet aangemerkt worden als fiscaal transparant.
Ook was er volgens het Hof niet sprake van een afgezonderd vermogen waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang werd beoogd. Als sprake is van een afgezonderd particulier vermogen (een APV), wordt dit vermogen voor de fiscaliteit toegerekend aan de inbrenger.
De stichting
Net als vele andere rechtspersonen is een stichting in beginsel een zelfstandige entiteit. Dit betekent onder andere dat de stichting zelfstandig belastingplichtig is. Twee uitzonderingen hierop zijn: als de stichting fiscaal transparant is of als er sprake is van een afgezonderd particulier vermogen.
Een stichting is fiscaal transparant als het bestuur vrijelijk over de inkomens- en vermogensbestanddelen van de stichting kan beschikken. Het bestuur moet beschikken over het vermogen van de stichting alsof het hun eigen vermogen is.
Er is sprake van een afgezonderd particulier vermogen indien er meer dan bijkomstig het particulier belang mee wordt beoogd. Uitzonderingen zijn de situaties dat er economische deelgerechtigheid ontstaat of dat tegenover de afzondering van het vermogen een uitreiking van onder andere aandelen staat. Er wordt een particulier belang gediend, dus niet nagenoeg alleen een algemeen of sociaal belang.
Anonimisering
Naar alle verwachting zal dit jaar het UBO-register ingevoerd worden. Dit register omvat de gegevens van ‘ultimate beneficial owners’ ofwel ‘uiteindelijke belanghebbenden’ van rechtspersonen. Het UBO-register heeft ook betrekking op stichtingen. Het gebruik van een stichting zal dus niet bijdragen aan het anonimiseren. Wel kan het gebruik van een stichting in combinatie met een CV hier mogelijk aan bijdragen.
Naar verwachting zal er op korte termijn het CAHR (centraal aandeelhoudersregister) worden geïntroduceerd. Het CAHR wordt gezien als middel dat kan bijdragen aan voorkoming en bestrijding van financieel-economische criminaliteit. De verwachting is dat het CAHR niet ziet op stichtingen.
Belastingvoordeel
Ingeval een stichting kwalificeert als een fiscaal transparante stichting of als een afgezonderd particulier vermogen is niet de stichting belastingplichtig maar de natuurlijke personen achter de stichting. Het vermogen dat ingebracht is in de stichting wordt toegerekend aan deze natuurlijk personen, waarbij het vervolgens belast wordt met inkomstenbelasting. Hoewel het vermogen feitelijk niet meer in box 3 zit, is het daar toch belast. Er kan dus niet gesproken worden van een fiscaal voordeel. Dit is anders indien vermogen wordt ingebracht in een stichting en het bestuur niet vrijelijk over dit vermogen kan beschikken, bijvoorbeeld omdat de stichting een sociaal belang dient.