Verlenging tijdelijke regeling UBO tot 1 januari 2023

Gepubliceerd op: 5 augustus 2022

In april 2022 gaf minister Kaag het startschot om te beginnen met de handhaving van het UBO-register (meer informatie over deze handhaving lees je hier). Destijds kondigde Kaag in de Kamerbrief ook aan dat tot 1 september 2022 een tijdelijke regeling zou gaan gelden voor meldingsplichtige instellingen bij het aannemen van nieuwe cliënten. Nu 1 september dichterbij komt bevestigt het Ministerie van Financiën dat de tijdelijke regeling is verlengd tot 1 januari 2023.

De tijdelijke regeling

Uitgangspunt is dat meldingsplichtige instellingen verplicht zijn bij het cliëntenonderzoek gebruik te maken van informatie uit het UBO-register. Meldingsplichtige instellingen zijn onder meer banken, verzekeraars, accountants, belastingadviseurs, advocaten en notarissen. De tijdelijke regeling houdt in dat meldingsplichtige instellingen bij het aannemen van nieuwe cliënten kunnen volstaan met de vaststelling dat de UBO-opgave is gedaan, met de uitleg van de cliënt welke UBO-gegevens en onderliggende documentatie daarbij zijn opgegeven. De inschrijving hoeft dus nog niet te blijken uit het UBO-register.

Waarom verlenging?

Op 27 maart 2022 is de deadline verlopen voor UBO-plichtige organisaties om hun UBO’s in te schrijven. Veel bedrijven hebben tot het allerlaatste moment gewacht met het inschrijven van hun UBO’s. De consequentie hiervan is dat de verwerkingstijden bij de KVK zijn opgelopen. Vanwege deze piek kan het een paar maanden in beslag nemen voordat alle opgaven zijn verwerkt, waardoor het langere tijd duurt voordat opgaven tot registraties zijn verwerkt in het UBO-register. Om te voorkomen dat een langere verwerkingstijd leidt tot verstoring van dienstverlening door meldingsplichtige instellingen aan nieuwe cliënten is de regeling verlengd.

En nu?

Het UBO-register houdt de gemoederen bezig. Hoewel de deadlines zijn verlopen, hebben nog lang niet alle rechtspersonen hun UBO’s geregistreerd. Zoals wij eerder al schreven (Startschot handhaving UBO-register) kan de boete voor het niet registreren van de UBO oplopen tot €22.500 en loopt er nog een procedure bij HvJ EU (zaak C-601/20) waarbij het hof moet beslissen over de rechtmatigheid van de algemene openbaarheid van het UBO-register. Ook de Kamer van Koophandel heeft zijn zaakjes niet goed op orde en kampt met een grote achterstand met de verwerking van de UBO-inschrijvingen. Nu is dus de tijdelijke regeling verlengd tot 1 januari 2023. What is next? Verder uitstel van het gebruik van het UBO-register of een uitspraak van het HvJ EU?

The show must go on!

Andere artikelen