Een aanbouw bij de eigen woning die via AirBNB wordt verhuurd, is belast in box 1.
De kwestie waarover de Rechtbank Noord Holland heeft geoordeeld betreft een koppel dat hun eigen woning uitbreidt met een aanbouw die bestaat uit een bijkeuken en een gastenverblijf. Het gastenverblijf wordt via AirBNB verhuurd aan toeristen en bestaat uit een kamer met daarin een keukenblok en een toilet/doucheruimte.
Tijdelijke verhuur
De Belastingdienst belast de met het gastenverblijf behaalde inkomsten in box 1 op basis van de regeling inzake de tijdelijke verhuur van de eigen woning. Belast wordt dan, bovenop het eigen woningforfait, 70% van de met de tijdelijke verhuur behaalde voordelen (opbrengsten minus kosten).
De Rechtbank verwijst naar een arrest waarin de Hoge Raad in 2020 heeft bepaald dat de regeling voor tijdelijke verhuur van de eigen woning ook van toepassing is op de (tijdelijke) verhuur van een deel van de eigen woning.
Vervolgens oordeelt de Rechtbank dat het gastenverblijf tot de eigen woning behoort (een aanhorigheid is). Het gastenverblijf is bouwkundig onderdeel van de woning en maakt daarvan ook kadastraal deel uit. Verder leent het zich, gelet op de inrichting, ook voor gebruik in dienst van de woning.
Rest nog de vraag of het gastenverblijf tijdelijk wordt verhuurd. Het koppel stelt dat niet het geval is, omdat het gastenverblijf permanent beschikbaar is voor de verhuur en zij er geen gebruik van maken wanneer het leeg staat. Onder verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad uit 1980 stelt de Rechtbank vast dat het gastenverblijf telkens na korte perioden van verhuur weer ter beschikking van de eigenaar staat. Daarmee is sprake van tijdelijke verhuur.
De Rechtbank wijst de in beroep opgeworpen bezwaren af en laat de door de Belastingdienst opgelegde aanslag in stand.