Deze notitie is ook beschikbaar in pdf-format
Je ontdekt dat een BTW-aangifte die je hebt ingediend een foutje bevat. Moet je dan een suppletieaangifte indienen?
Spontane inlichtingenplicht
Ja! De wet verplicht je om, wanneer je een fout ontdekt in een ingediende BTW-aangifte, dit binnen een redelijke termijn zelf bij de Belastingdienst te melden (spontane inlichtingenplicht).
Je moet de melding doen met een daarvoor bestemd formulier: een suppletieaangifte. Dit formulier kan met ingang van 2018 alleen nog elektronisch worden ingediend, via:
- het persoonlijk domein van de ondernemer op de website van de Belastingdienst;
- daarvoor geschikte (administratie)software.
Maximaal € 1.000
Wanneer de teveel of te weinig aangegeven BTW € 1.000 of minder bedraagt, hoeft geen suppletieaangifte te worden ingediend. De correctie mag dan worden verwerkt in de eerste tijdvakaangifte, die moet worden ingediend nadat je de fout hebt ontdekt.
Deze goedkeuring vloeit niet voort uit de wet, maar wordt vermeld op de website van de Belastingdienst. Voordeel van deze verwerking is dat geen boete wordt opgelegd.
LET OP: deze goedkeuring geldt niet voor situaties waarin geen suppletieaangifte mag worden gebruikt (teruggave jaarglobalisatie margeregeling en in twee landen aangegeven intracommunautaire verwervingen).
Duiding suppletieaangifte
Afgezien van de spontane inlichtingenplicht heeft de suppletieaangifte voor de BTW als zodanig nog steeds geen echte formele status. Als de suppletieaangifte leidt tot een:
- te betalen bedrag: is sprake van een verzoek tot het opleggen van een naheffingsaanslag;
- te ontvangen bedrag: is sprake van een verzoek om (ambtshalve) teruggave.
Op tijd juiste aangifte doen
Op BTW-ondernemers rust de verplichting om binnen één maand na afloop van een aangiftetijdvak:
- juist en volledig aangifte BTW te doen;
- het op deze aangifte verschuldigde bedrag aan BTW te betalen.
Je moet daarbij de BTW verwerken in het tijdvak waarin de factuurdatum valt (factuurstelsel). Als je het kasstelsel toepast verwerk je de BTW in het tijdvak waarin wordt betaald.
Het is niet toegestaan om voortschrijdend cumulatief te rekenen.
Voorbeeld 1:
BTW eerste kwartaal | € 4.500 |
BTW tweede kwartaal | € 3.750 |
Totaal | € 8.250 |
Af: daadwerkelijk aangegeven in het eerste kwartaal | € 2.000 |
Aangeven in het tweede kwartaal | € 6.250 |
De correcte wijze van aangeven is als volgt:
Tweede kwartaal | € 3.750 |
Suppletie eerste kwartaal | € 2.500 |
Dit mag wel wanneer de te weinig afgedragen BTW € 1.000 of minder bedraagt.
Voorbeeld 2:
BTW eerste kwartaal | € 2.500 |
BTW tweede kwartaal | € 3.750 |
Totaal | € 6.250 |
Af: daadwerkelijk aangegeven in het eerste kwartaal | € 2.000 |
Aangeven in het tweede kwartaal | € 4.250 |
Het in het 1e kwartaal aangegeven bedrag wijkt in voorbeeld 2 minder dan € 1.000 af van het BTW-bedrag dat afgedragen moest worden.
Boetes
Wanneer aan een of beide van deze verplichtingen niet of niet volledig is voldaan, kan de Belastingdienst opleggen een:
- verzuimboete;
- vergrijpboete.
Voor zeer ernstige vergrijpen kan strafrechtelijke vervolging worden ingesteld.
Voor een verzuimboete is voldoende dat sprake is van een verzuim. Niet van belang is of dit de ondernemer kan worden verweten. Verzuimboeten worden dan ook vaak geautomatiseerd opgelegd. Een verzuimboete kan alleen niet worden opgelegd wanneer sprake is van afwezigheid van alle schuld (AVAS). Bij straf verminderende omstandigheden wordt de boete gematigd.
Om een vergrijpboete op te kunnen leggen, moet tenminste sprake zijn van grove schuld (“aan laakbaarheid grenzende onachtzaamheid”). Een vergrijpboete wordt berekend over de te weinig aangegeven BTW en bedraagt tussen 25% en 100%. Bij straf verminderende omstandigheden wordt de boete gematigd.
Naast elkaar
Van belang is dat de Belastingdienst, in het geval niet aan de periodieke aangifte- en betalingsverplichting voldoet, zowel een verzuimboete kan opleggen voor het niet (tijdig) indienen van de aangifte als voor de niet (tijdige) betaling van het op de aangifte verschuldigde BTW-bedrag. Deze samenloop kan wel aanleiding zijn tot matiging van de totale boete.
Vrijwillige verbetering
Wanneer sprake is van een vrijwillige verbetering blijft een boete vaak volledig achterwege. Je verbetert vrijwillig indien je de suppletieaangifte indient voordat je kunt vermoeden dat de Belastingdienst op de hoogte is (of kan zijn) van de fout.
Een voor 1 april van het jaar na het jaar waarin de BTW is verschuldigd ingediende suppletieaangifte, wordt voor een vergrijpboete altijd aangemerkt als een vrijwillige verbetering.
Voor een verzuimboete gelden de aanvullende voorwaarden dat de te weinig aangegeven BTW minder bedraagt dan:
- € 20.000 en
- 10% van de over het tijdvak verschuldigde of terugontvangen BTW.
Kort telefonisch uitstel van betaling
Wanneer een ondernemer na het opleggen van een naheffingsaanslag BTW een succesvol beroep doet op de regeling voor kort telefonisch uitstel van betaling, wordt de betaalverzuimboete verminderd tot nihil.
Advies
- Zorg ervoor dat je administratieve procedures zodanig zijn dat steeds op tijd de juiste bedragen aan BTW worden aangegeven en betaald.
- Wanneer onverhoopt blijkt dat daarbij iets niet goed is gegaan en het als gevolg daarvan (extra) te betalen of te ontvangen bedrag is:
- € 1.000 of minder: verwerk de correctie dan in de eerstvolgende tijdvakaangifte;
- meer dan € 1.000: dien dan zo spoedig mogelijk via elektronische weg een suppletieaangifte in (met de betaling van het verschuldigde bedrag moet worden gewacht op de naheffingsaanslag).
Deze notitie is bedoeld om een regeling in grote lijnen uiteen te zetten. Met het oog op de leesbaarheid zijn zaken daarom vereenvoudigd weergegeven. VWG is daarom niet aansprakelijk voor de gevolgen van handelingen die naar aanleiding van deze notitie wel of niet zijn uitgevoerd.