Stichting is Vpb-plichtig

Gepubliceerd op: 11 februari 2025

Hof Arnhem-Leeuwarden concludeert dat de Stichting keurmerk fysiotherapie belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting.

Een stichting is Vpb-plichting indien en voor zover een onderneming wordt gedreven. Een onderneming is:

  • een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid;
  • die door deelname aan het economisch verkeer;
  • beoogt om winst te behalen.

De Belastingdienst en de stichting zijn het er reeds over eens dat sprake is van een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid. De procedure gaat dan ook over de vraag of sprake is van deelname aan het economisch verkeer en of sprake is van een winstoogmerk.

Besloten kring

De Belastingdienst heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak waarin de Rechtbank Gelderland concludeert dat de stichting enkel activiteiten verricht binnen een besloten kring en daardoor niet Vpb-plichtig is. Hof Hof oordeelt dat het (potentiële) deelnemersbestand van de stichting niet zodanig besloten is, dat geen sprake is van het verrichten van prestaties in het economisch verkeer. De rechtbank heeft geoordeeld dat sprake is van de besloten kring omdat aan toetreding specifieke voorwaarden zijn verbonden en de toetreding is beperkt tot een bepaalde aan specifieke kenmerken gebonden groep. Het Hof overweegt echter dat het deelnemersbestand van de stichting jaarlijks met honderden deelnemers is gegroeid en dat het potentiële deelnemersbestand nog veel groter is.

Het Hof overweegt dat bovendien van belang is dat aangesloten praktijken betalen voor de verkrijging en het mogen voeren van het keurmerk. Het keurmerk brengt de praktijken een financieel voordeel dat ze anders niet zouden realiseren. Via het keurmerk voert de stichting een intermediaire rol tussen de deelnemers en de zorgverzekeraars. Een dergelijke intermediaire rol vervult de stichting ook in het aanleveren van zorgdata van de deelnemende praktijken aan en door een derde partij.

Winstoogmerk

Het Hof overweegt ook nog dat sprake is van een winstoogmerk omdat de stichting jaren achtereen daadwerklelijk overschotten realiseert (in 2017 tot en met 2019: € 142.026, € 263.523 en € 284.938). Dit oordeel is in overeenstemming met vaste rechtspraak. Dat geldt ook voor de overweging dat niet van belang is dat de exploitatie-overschotten geheel worden besteed ten behoeve van de deelnemers. En ook dat de statuten vermelden dat de stichting geen winst beoogt, doet niet af van de Vpb-plicht.

Andere artikelen