De Rechtbank Gelderland besliste onlangs dat inkomstenbelasting is verschuldigd in verband met een aan een schenking van aanmerkelijk belangaandelen verbonden last.
Aanmerkelijk belang
Je hebt een aanmerkelijk belang (AB) wanneer je 5% of meer van de aandelen in een NV of BV houdt. Bestaat het kapitaal van de NV of BV uit verschillende soorten aandelen, dan heb je al een aanmerkelijk belang als je 5% of meer van de aandelen van dezelfde soort houdt. De aandelen die je fiscaal partner houdt tellen mee bij de beoordeling of je een aanmerkelijk belang hebt. Het begrip aanmerkelijk belang kan naast aandelen onder andere ook winstbewijzen en het lidmaatschap van een coöperatie omvatten.
Inkomen uit aanmerkelijk belang
Inkomen uit een aanmerkelijk belang wordt met inkomstenbelasting belast in box 2. Dat betreft reguliere voordelen, zoals door de BV of NV uitgekeerd dividend. Maar ook vervreemdingsvoordelen worden in box 2 belast.
Verkopen en leveren van aandelen is het meest voor de hand liggende voorbeeld van een vervreemding die leidt tot aanmerkelijk belangheffing. Belast wordt dan het verschil tussen de koopprijs en de (fiscale) verkrijgingsprijs van de aandelen. Ook bij fusies en splitsingen kunnen met AB-heffing te belasten vervreemdingsvoordelen aan de orde zijn.
Schenking
Een ander veel voorkomende situatie van vervreemding van aandelen is schenking. Dan bedraagt de koopprijs meestal € 0. Of in elk geval minder dan de daadwerkelijke waarde van de aandelen. De wet bepaalt dan echter dat voor de berekening van het inkomen uit aanmerkelijk belang de koopprijs wordt gesteld op de waarde van de aandelen in het economisch verkeer.
De inkomstenbelasting over voordelen uit een aanmerkelijk belang worden belast tegen een proportioneel tarief van 25%. Als de plannen van het Kabinet Rutte III doorgaan, wordt dit tarief in 2020 verhoogd naar 27,3% en in 2021 zelfs naar 28,5%. Gelijktijdig worden de tarieven voor de door de BV of NV verschuldigde vennootschapsbelasting verlaagd van 20%/25% naar 16%/21%.
Bedrijfsopvolging
In het kader van de bedrijfsopvolging worden AB-aandelen natuurlijk vaak geschonken. Het vervreemdingsvoordeel wordt dan niet met inkomstenbelasting belast indien:
- en voor zover de BV direct of indirect een materiële onderneming drijft;
- de verkrijger binnenlands belasting plichtig is en;
- gedurende minstens 36 maanden direct voorafgaand aan de schenking in dienst is bij de vennootschap waarop de geschonken aandelen betrekking hebben.
Deze regeling wordt ook wel aangeduid als een doorschuifregeling. De (fiscale) verkrijgingsprijs van de aandelen wordt namelijk door de overdrager doorgeschoven naar de verkrijger.
Schenking onder last
De doorschuifregeling geldt voor zover niet voor de aandelen wordt betaald. Stelt de aandelen zijn € 2.000.000 waard en vader levert ze voor € 500.000 aan zijn zoon. Als de verkrijgingsprijs € 18.000 bedraagt, wordt belast als vervreemdingsvoordeel: € 500.000 -/- € 18.000 = € 482.000. En doorgeschoven wordt: € 2.000.000 -/- € 500.000 = € 1.500.000. De verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang van de zoon bedraagt € 500.000.
In de casus voor Rechtbank Gelderland gaat het om grotere bedragen. Vader schenkt, door middel van een notariële akte, aan zijn ene zoon AB-aandelen met een waarde van bijna € 35 miljoen. Hij legt de zoon daarbij de last op om diens broer 10 jaarlijkse termijnen van € 480.000 te betalen, vermeerderd met 5% rente. Deze verplichting wordt gewaardeerd op (ongeveer) € 5 miljoen. De zoons hebben de schenking, respectievelijk de last aanvaard.
De vraag is of de verplichting tot betaling tussen de broers moet worden gezien als een tegenprestatie voor de door vader overgedragen AB-aandelen. De Rechtbank concludeert dat dit het geval is, met als gevolg dat vader AB-heffing is verschuldigd over € 5 miljoen minus de fiscale verkrijgingsprijs van vader. Het verschil tussen € 35 miljoen en € 5 miljoen wordt doorgeschoven.
Schenkbelasting
Uiteraard speelt bij de schenking van AB-aandelen ook de schenkbelasting. Deze belasting is verschuldigd door de verkrijger. Voor zover aan de voorwaarden wordt voldaan, kan de bedrijfsopvolgingsfaciliteit worden toegepast. Die behelst een voorwaardelijke vrijstelling van 100% van de waarde van het ondernemingsvermogen tot ruim € 1 miljoen en van 83% van de waarde van het ondernemingsvermogen boven dat bedrag. De voorwaardelijk niet geheven schenkbelasting wordt alsnog ingevorderd indien en voor zover de materiële onderneming niet wordt voortgezet gedurende de 5 jaren volgend op de schenking.